146 de gevangenismet de woning van den cipier er naast, waarschijnlijk het overgebleven gedeelte van het oude gebouw, waarin //de gewone ingang is, door eene kleinere deur, waar door men ook in de woonvertrekken van den cipier komt", gelijk de beschrijving in laatstgenoemd werk luidt. De af beelding geeft ook duidelijk den open gang aan de westzijde te zien met eene poort aan de burchtwaaromtrent met den bewoner van het naastgelegen huis, Mr. Pieter Sohier, no taris voor twintig earolus-guldens eene overeenkomst werd aangegaan om er //eeuwelick" gebruik van te mogen maken, en tevens voor het plaatsen van een venster //aen een van den gayoelen" (2) mitsgaders //eene uuytstekende veynster boven met een palaye (3) beide upgaende binnen deu ganck op de erfve denzelven meester Piet er, toebehoirende". Het doel, waarmede het onderzoek is ingesteld, en waarvan hiervoren melding is gemaakt, moge al niet bereikt zijn, toch is het onderzoek niet vruchteloos geweest, omdat daardoor de geschiedenis van een overoud gebouw meer juist is kunnen worden voorgesteld dan dit tot nog toe heeft plaats gehad. Bovendien ben ik daarbij in de gelegenheid geweest een twee tal aanteekeningen te maken, die ook niet van belang ontbloot zijn. Uit meergemelde rekening blijkt namelijk, dat aan Heer Hendrik Polderman //provisoir te Middelburch" twee pond Ylaamsch werd betaald, omdat de erve van de provisorie //comende achter aen des graven steen/'' tijdens den bouw gebruikt was tot berging van steenpuin. Het huis de provisoriegewoon lijk prosorie (4) genoemd, stond bij de Markt, aan een gang die ook toegang tot de rethorie-kamer verleendeen welke gang voorkomt op de kaart van Middelburg, door Jacob van Deventer. In dit gebouw was de zetel van het College van provisor en dekens vau Walcheren, dat- recht sprak over het platte land en in 1579 vervangen werd door de Landrechten van Middelburg, Ylissingen, Yeere en Arnemuiden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 418