147
De tweede aanteekening betreft den bouw van 's Graven
tolhuis te Yersekeroord, die daardoor blijkt kort te voren te
hebben plaats gehad. De rentmeester vond in zijne buiten
gewone bemoeiingen wegens den bouw, zoo van 's Gravensteen
als van het tolhuisnamelijk aanleiding tot het opwerpen van
een balletje voor eeue extra-belooning. Hij liet alles ter dis
cretie van de lieeren van de rekening, doch kreeg, blijkens
eene kantteekeningniets en kwam er dus minder goed af
dan zijn klerk Pieter Bol, aan wien eene toelage van vijftien
Hollandsche ponden werd verleend.
Zooals bekend is, werd 's Gravensteen op Dinsdag den 8
Mei 1827 in liet openbaar door Regenten over het burgerlijk
en militair huis van verzekering voor afbraak verkocht voor
4895, en bracht dus ruim de helft op van de kosten van
den bouw voor drie eeuwen, die 8301 1 11 ponden Hol-
landsch hadden beloopen en alzoo niet slechts ljl0zooals de
schrijver van het Mengelwerk zegt, tengevolge zijner vergissing
met de ponden Hollandsch.
Daar het gebouw //volgens de meening van sommige schrij
vers, naar deszelfs benaming van 's Gravensteen (Gravenhuis
beteekenende) zelfs tot verblijfplaats zoude hebben verstrekt
der Graven en Gravinnen van Zeeland, behoeft men zich niet
te verwonderen, waarom eene zoo aanzienlijke menigte van in
gezetenen en vreemdelingen, door nieuwsgierigheid gedreven,
hetzelve bij den publiekeu verkoop ten jare 1827 tot in de
onderaardsche gewelven toe hebben bezichtigd", leest men in
dat Mengelwerk. Menigeen, wetende dat het gebouw in 1527
cu 1528 gesticht was, zal zich toen ongetwijfeld verbaasd
hebben over de lichtgeloovigheid van sommige schrijvers, die
het zulke liooge gasten ten verblijve toedachten.
AANTEEKENINGEN.
(1) In de rekening wordt ook gesproken van den aankoop
van //zes groote pijnsteenen, rontsomme gelijst". Men heeft
Archief VIlle dl. 3de st. 11