1-1.8
daaronder wellicht te verstaan steenen, die bij wijze van ge
wichten aan de teenen van een gepijnigde werden gehangen.
De benaming Keizers-stoel kan hier niet doelen op het bekende
foltertuig van dien naam (een stoel met scherpe ijzeren pennen
in de zitting) daar er in de rekening sprake is van eene //duerc
van den keysersstoel". Men hebbe hier wellicht te denken
aan een hokje, waarin men iemand opsloot om hem, misschien
door moeilijke zitting en schralen kost, te straffen of tot be
kentenis te brengen. Dit is althans af te leiden uit eene plaats
in het Register ten rade, waar onder dagteekening van 16
Augustus 1558, sprake is van //drie dagen en drie1 nachten
te zitten in 's keizers stoel, te water en te broode". Zie
.de Stoppelaaii, Inventaris van het oucl archief, n°. 2226.
De heer professor Eockema Andreae te Leiden, over de ware
beteekenis van pijnsteenen en keizersstoel geraadpleegd, be
richtte mij die niet te kunnen verklarendoch zich met Voren
staande veronderstellingen te vereenigen. Hij ontvange bij
dezen mijn dank voor zijn bereidvaardig antwoord.
(2) Gargouille goot of waterlozing.
(3) Men zal hier wel aan eene hijschbalk en niet aan een
foltertuig te denken hebben.
(4) Niet Ro serie, zooals ten onrechte wordt gezegd: Archief
VII, 4® stuk, blz. 598.