7 Volgens de rekening van 1672 werd aan de bank van leening 775 betaald, op rekening van verschuldigde renten en in 1673 nog 425. In laatstgenoemd jaar werd aan de wissel bank 2000 afgelost. Omtrent hetgeen de stad aan deze in stelling verschuldigd was, leest men in de rekening van 1674 //Dheeren commissarissen van de wisselbancke moeten hebben over 't origineel capitael tot laste van de thesaurie deser stadt in conformité van tliien distincte obligatiën tsamen 24502 12 8." Daarop werd volgens deze rekening afgedaan 12-381 9 4 en bleef er na aftrek daarvan en van het vroeger afgeloste nog eene schuld van 10121 2 1. In dezelfde rekening komt een hoofdstuk voor: //Van vercochte los- ende lijfrenten, gene- gotieert tot redres ende herstel van de wisselbancke deser stadt/' Daaruit blijkt, dat volgens octrooi van de staten van Zeeland van 10 Januari 1675 te Amsterdam, door tusschenkomst van Salomon van de Blocquery, eene som van 10220: 16: 8 op lijfrenten was gelicht waarvoor jaarlijks aan rente moest betaald worden 8814 1 gulden. In genoemd jaar werd eene aan de stad toekomende losrente ten laste van den rentmeester Bewesten schelde, groot 2000, te gelde gemaakt tegen 90 pCt. Volgens de rekening van 1671 werd te Amsterdam eene soiu van 16666 13 4 (honderd duizend gulden) opgeno men, zooals het omschreven wordt //over den vercoop van twee hondert distincte lijffrenten yder van 500 car. guldens capitaels ende tweeëntwintich guldens tliien stuvers tsjaers, respectively ck op een collegie ofte compagnie van twee hondert persoonen by overlevinge tegens vier en half parcento int jaer, bedrae- gende tsaemen seven hondert en vijftich ponden vlaems tsjaers, te genieten by hetselve collegie ofte compagnie alle jaere, al tij dt op den eersten September, gedurende tot dat de langstlevende van hetselve collegie overleden sal sijn". (Bene tontine.) Deze leening werd bezorgd door Salomon van de Blocquery en ScaoLTEN, die 205 10 4 voor onkosten ontvingen. De

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 427