18 //gemaeckt tot een vertreckplaats van cl'Ecl. Heeren Burge meesters". 1674. De stad had een zaalbewaarder in dienst. 1673. Aan Arnold Haicck werd 32 19 betaald //over het surplus van 't maecken van twee silveren schaden, soutvaeten en lepels, ten dienste van de stadt". 1655. Tobias Claessen kreeg 1 10 voor //het ophangen van sijn horologe op de Thresauriers-camer ende deselve weder af gehangen. Item het visenteeren van de respective horologiën deser stadt". 1671. In 1650 onderhield de stad vijf arenden, in 1652, 1656, 1657, 1658, 1671 1672, 1673 vier, in 1654, 1661 tot 1663 drie en in 1655 en 1656 twee, die voor £8:6:8 ieder bij den concierge van den roode leeuw in den kost waren. VI. STADSBESTUUR. BALJU W E N. Omtrent de baljuwen: ïheodorus Boreel, 16421652; Johan Resen, 16531665pieter Brouwer16661678, vindt men in de rekeningen niets merkwaardigs vermeld. Wel komen daarin de namen voor hunner stadhouders: Adriaan Waeiwel, die jaarwedde ontving tot 22 Juni 1651 en opgevolgd werd door Charles de Wulee die eene jaarwedde genoot van 52. Richard Coet had eenige maanden dienst gedaan als assistent en kreeg daarvoor eene belooning van 138:6:8. De stadhou der de Wulee kreeg voor 43 weken belooning, 1653 en werd opgevolgd door Jan Schoppen, die insgelijks eene bezoldiging had van een pond vlaamsch in de week. Yolgens de rekening van 1662, werd zijne bezoldiging over 15 maanden uitbetaald aan Mr. Johannes Serooskerke, als griffier van het kantoor van con signatie //aldaer geconsigneert teu behoeve van degene die daer aen sijn pre ten deer ende"

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 438