92 1680. De bestemming wordt niet vermeld; misschien waren zij voor een schoorsteen bestemd. De stad onderhield drie arenden, 1677. Het onderhoud kostte 20 in het jaar in 1683 en 22 4 6 in 1692. Voor het leveren van een levenden arend werd 5 10 3 betaald, waaronder 5 fi voor vracht. 1679. VI. STADSBESTUUR. BALJUWEN. Mr. Johan Radermacher volgde Pieter Brouwer op en betaalde voor recognitie 333 6 8, rekening 1679. Van beiden komt in de rekeningen niets meldenswaardigs voor. Als stadhouders vindt men Jan Eortuyn (zie vorige verzameling), wiens bezoldiging uitbetaald werd tot 22 Mei 1689. Abraham Goverts had, evenals zijn voorganger, eene jaarwedde van 33 6 8, die van 7 Mei 1689 tot 7 Juni 1695 werd uitbetaald. Joannes Bruggeman. Aan zijne weduwe werd over vier maanden tot 7 September 1696 bezoldiging betaald. Jacob de Witt. Hij kwam 15 September 1696 in dienst, op eene jaarwedde van 33 6 8. Zie over A. Goverts (Govaerts) en J. Bruggeman: Eokker, Geschiedenis der Loterijenblz. 207. BURGEMEESTERS. 1. Johan Schorer, 1675, 1678, 1681. 2. Mr. Johan Becker, 1675. Werd afgevaardigde ter Staten Generaal, Rekening 1678. 3. Johan Lesage, 1676, 1679. Overleed, Rekening 1681. 4. Mr. Christiaan Thibaut, 1676, 1679, 1682, 1685. 5. Huybrecht de ITaase, 1677, 1680, 1683.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 512