100 sedert 8 Maart 1682. Zijne bezoldiging van 66 13 4 in het jaar werd aan zijne erfgenamen uitbetaald tot 10 Januari 1695. Johannes de Rijcke, eerste klerk, in dienst van 23 No vember 1686 tot 22 Juni 1694. Het laatste gedeelte zijner wedde werd aan zijne weduwe uitbetaald. Anthonie van Beveknage was opperklerk sedert 23 Juli 1696, met eene jaarwedde van 83 6 8. Er Avaren ook steeds een 2e, 3e en 4e klerk. WEESKAMER. Reenter van de Sande Joitsz. werd griffier. Recognitie 525 in geld en eene obligatie van 3000 ten laste van de Leenbank. 1676. Abraham Prince werd opperklerk. 1698. THESAURIE. Anthonie Coli.tn was opperklerkmet eene jaarwedde van 121 13 4 benevens 25 voor het stellen en schrijven der groote en particuliere rekening. Er waren ook een 2: en een 3e klerk. Hij kreeg den titel van griffier, 1681. Zijne bezoldiging werd aan zijne erfgenamen uitbetaald tot 12 Eebruari 1689. Johannes van Miggrode, die 2° klerk geweest was, kwam als griffier in dienst den 20 Februari 1689, op eene jaar wedde van 100 benevens 25 voor het stellen der groote stadsrekening. Anthonie Duvelaer werd 2e griffier, met eene jaarwedde van 50 op 11 Juni 1695. He thesauriers kregen, te beginnen met 1692, 25 in het jaar voor vacatiën. W. R. 5 April 1692. REGISTRATURE. Laurens Udemans was griffier, met eene jaarwedde van 33 6 8, benevens x/3 der emolumenten. Zijne bezoldi-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 520