104
Scha ff er. Kloris Bedlo komt als //schaffer en opsiender"
voor in de rekening van 1689. Paulus de Kokelaar kwam
ra et 1 Januari 1689 in dienst als stadsschaffer en metselaar,
op eene jaarwedde van 78, die uitbetaald werd tot 30 Juni
1698. Kek. 1697.
Scherprechter. Jan Hendricxen had eene bezoldiging van
een pond Ylaamsck in de week tot 5 Juni 1681.
IJans Jurgen Piet (later genoemd Johan Jürgen Pietsch)
volgde hem op en had eene gelijke bezoldiging.
Er werd voor 10 in het jaar een huis voor den scherp
rechter gehuurd op den Noordsingel. 1690.
"Wegens verkoop van een huis in het Bagijnhof, daar de
scherprechter in placht te wonen, werd 45 15 ontvangen.
1694.
Hij kreeg 10 fi voor het //branden van infameuse bouckeu
tot twee distincte revsen". 1676.
Timmerman. Louis Jolijt had als stadstimmerman eene
jaarwedde van 100, die op 83 6 8 werd gebracht,
rek. 1684 en uitbetaald tot 3 April 1688.
Johannes Outerman volgde hem op en had eene gelijke
jaarwedde. Hij was ook belast met //het waernemen van het
metselwerekitem het schaffers-smits- ende schaliedeckers-
werek" en wordt in de rekeningen van 1690 vlg. timmerman
en //fabrijk" genoemd.
Waterwerken [Commies van de). Jan M ante au had eene
jaarwedde van 66 13 4, rek. 1675, die tot 1 Januari
1682 uitbetaald werd ten behoeve zijner weduwe //ingevolge
van Jt aanseggen van d'lieer secretaris Mr. Marcus Lapalma
de St. Püentes uyt crachte van de resolutie heden by wette
genomen ende by Weth ende Kaad nader te arresteren, con
form de quitantie in dato 24 Pebr. A° 1682". Kek. 1681.
Notarissen. Ofschoon de notarissen niet bepaald stedelijke
ambtenaren waren, maak ik hier toch melding van hen, die
tengevolge der betaling van recognitie, in de rekeningen ge
noemd worden: David Schüerwatbr en Willem de Smith Jr.,