112
4. Henuicüs de Klerck had als praeceptor der 4e klasse
eene jaarwedde van 83 6 8 en kreeg 13 7 8 voor
extraordinair traktement over 20 maanden voor het bedienen
van de 5e of laagste klasse tot 15 Februari 1684, rekening
1683. Blijkens de volgende rekening, waarin hij praeceptor
der 4e en 5ü klasse wordt genoemd, bedroeg zijne bezoldiging
91 13 4. Hij overleed 18 Januari 1689 en zijne we
duwe kreeg zijne wedde nog over drie maanden tot 16 April
1689, Rekening 1688.
5. Paulus Securïüs kwam als praeceptor der 3e klasse,
met eene jaarwedde van 91 13 4 in dienst den 14- Juli
1681. Hij kreeg 16 13 4 belooning voor extraordinare
diensten, rekening 1683. In de rekening van 1689 wordt
hij conrector genoemd, doch in 1692 weder praeceptor. Den
28 April 1696 werd liij rector op eene jaarwedde van 133 6S.
6. Paulus Hulsius betaalde eene recognitie van 50 als
rector, 1683 en kwam in dienst den 25 Mei 1683 op eene
jaarwedde van 166 13 4, die aan hem werd uitbetaald
tot 23 Juni 1691rekening 1692. Yoor het waarnemen van
het rectoraat tijdens de vacature, werd aan Streynius en Se-
curius 41 13 4 en aan van der Waert 6 13 1
betaald. W. R. 8 en 10 December 1691 rekening 1691,
7. Johannes Jacobus Streinius kwam als conrector den
27 December 1683 in dienst op eene jaarwedde van 100
en kreeg 7 10 voor reis- en teerkosten, 1683. Yolgens
de rekening van 1687, was zijne jaarwedde op 116 13 4
gebracht. In de rekening van 1691 wordt hij praeceptor
van de 2C klasse genoemd. Zijne bezoldiging werd uitbetaald
tot 27 September 1698, volgens de rekening van dat jaar,
waarin hij gewezen conrector wordt genoemd.
8. Petrus van der "Waert of van Waarde had als
conrector eene jaarwedde van 91 13 4, ingaande 26
April 1689, die uitbetaald werd aan zijne weduwe tot 26
Januari 1699. Zijne weduwe kreeg nog 16 13 4 //over
een honorarium off extraordinair toelegh". W. R. 10 Januari