118
Er werden memoriën over de verpachting gezonden aan de
courantiers te Amsterdam en Haarlem, 1677.
Wisselbank. De burgemeesters, schepenen, raden, pensio
naris, twee secretarissen en twee commissarissen van de wis
selbank '/hebben gefurneert tot onderstand van de wisselbank"
ieder 300, W. it. 7, 10, 14 September 1675. Drie had
den bij het sluiten der rekening nog niet betaald, zoodat in
het geheel 8100 ontvangen was, 1675. De verstrekking
geschiedde tegen 6 pCt. blijkens de rentebetaling in het ver
volg. In dezelfde rekening vindt men 9430 15 in uit
gaaf gebracht, op rekening der aflossing van schuld van de
stad aan de wisselbank. In die van 1676 758 1 13;
1677 750; 1678 700. De 300, door den secre
taris Mr. Jacobus Peckius tegen 6 pCt. geleend, vindt men
als teruggegeven verantwoord in de rekeningen van 1677
en 1678.
In de rekening van 1679 komt een hoofdstuk voor: //Yan
vercochte los- ende lijfrenten, vercocht tot redres ende herstel
van de wisselbanck deser stadt, sijnde rentebrieven die de stadt
Middelburg sprekende hadde tot laste van 't comptoir van des
Graven rentmeester Bewesterschelde". De verkoop had plaats
gehad volgens eene resolutie ten Pade van 1679, voor 75 pOt.
en bracht op, met inbegrip van verloopen renten, £9483:5:11.
Daartegen vindt men in dezelfde rekening eene uitgaaf voor
schulddelging van 8632: 16: 6. In de beide volgende
vindt men daarvoor nog 360 en 250 verantwoord.
In 1688 begon de stad weder baten te trekken van de wis
selbank. In de rekening van dat jaar komt 44 5
in ontvang //over soo veel voor de stadt is geavanceert, vol
gens slote van rekeninge over den jare 1688". In het vol
gende jaar bedroeg het avans £1096 18 2. Het minste
voordeel wierp de bank vervolgens af in 1697 nl. 516, het
meest in 1699 1200.
Coenraad Coenraads werd tweede boekhouder, 1689, Pie-
teii Sc nu yr water kassier, 1693.