141 en spooren by bang-hen", respectievelijk 8 en 2.0 schell.; voor de wapens, die reeds vroeger opgehangen waren, was hetzelfde verschuldigd //op poene, dat men deselve blasoenen sal afhangen en uyt de kercken weeren"; het jaarlijks ver schuldigde kon geredimeerd worden tegen den penning 16. Bij dezelfde ordonnantie werd ook bepaalddat 's Zondags zoo min op de kerkhoven als in de kerken mocht begraven worden, als alleen tegen betaling van dubbele boetedat op de kerk hoven graven tegen den halven prijs mochten verkocht worden //en met distinctie als in de kercken wert gepractiseertdie na half een met een lijk kwam in de kerk ter begraving, verbeurde 10 en na een uur 20. De kerkmeesters kregen eene buitengewone belooning van 'l 20 voor extra moeite in het //tauxeeren ende pryseeren" van al de wapens, '/alles streckende tot merckelyke verbete- rinjje van 't innecommen der kercken en sonderlinge benefitie ende voordeel van de stadt", rekening 1646. Yolgens de rekeningen van 1649 kregen de kerkmeesters eene buitenge wone toelage van 66 18 4, volgens die van 1648 38 6:8 en volgens die van 1650 15, zonder dat evenwel blijkt, waarin hunne buitengewone diensten bestaan hadden. Er is eene afzonderlijke rekening //over de wapens ende bla soenen jegenwoordigh haughende ongeredimeert in de respective kerckenende dat over soo veel de respective chosters (kosters) hebben overgebracht", tot 81 Mei 1661. Er zijn er ook aan wezig over 1661/62, 1662/68, 1663/64, 1666/67, 1667/68. Het invorderen der verschuldigde jaarlijksche recognitie ging niet altoos gemakkelijkmen leest daaromtrent in de rekening van 1669, dat er geen rechtsmiddelen zouden worden aangewendmaar dat men wachten zou tot de debi teuren gebruik moesten maken van hunne graven en dit weigeren tot de aanzuivering van het verschuldigde. De erf genamen van den heer de Yriese namen diens wapen zelfs weg uit de Nieuwekerk, om de betaling te ontgaan, 1663. Oudelcerk. De schilder Gornelis van Surendonck kreeg

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 561