143 ViscJtmarJciherJc. Deze wordt nog aangeduid als n t clein kerckgen int susterhuys", 1624. Oost kerk. Daarin werd reeds begraven volgens de rekening van 1665, lioewel de inwijding eerst den 6 Juli 1667 plaats had. Franse he kerk. Er werden voor 235 3 4 bochten in deze kerk gemaakt, 1649. Aan den timmerman Willem Verpoorten werd 26 be taald voor twee nieuwe //sittens omme de Latinsche studenten inne te sitten", 1632. De kerk wordt niet vermeld. De Latijnsclie studenten haddenzooals uit achterstaande lijst onder n". 222 blijkt, hunne zitplaatsen in de Oudekerk. In de rekening van 1649 vindt men een hoofdstuk //Ontfanck ende is van de personen, die sitten in de besloten bochten in de respective kereken" en ieder vier gulden betaalden. Er waren er in de Oudekerk 55in de Nieuwekerk 69in de Gasthuiskerk 91, in de Koorkerk 23 en in de Vischmarktkerk 8. Dat geld werd door de kosters ontvangen tegen 1 fi 8 gr. te 1649. Aan //Mingotte, glaesbraesser" werd 20 fi betaald voor zes bekers voor het avondmaal, 1621. Hier wordt bedoeld de glasblazer Anthonio Mioto. Zie Archief VIII 1, blz. 102. Er werd een tinnen doopbekken aangekocht voor 5 jj 6 gr., 1625. In onderscheiden rekeningen treft men uitgaven aan voor het vangen van uilen (gewoonlijk huylen genoemd) in de kerken, in die van 1632, 17, 1637, 31; de belooning was een schel ling het stuk. Ook voor het vangen van krekels werd be taald, 1642. De stadstimmerman Louis Jolijt kreeg als //opsiender van alle de wereken" eene jaarwedde van 100, rekening 1666. In de rekening van 1625 wordt eene som van 8 15 4 in ontvangst gebracht //en dat over eenige persoonen voor desen in de swaricheyt gestorven en nergens in reckening ge bracht". Met de zwarigheid wordt denkelijk eene pestziekte

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 563