177
'/eeuwsche binnenhuizen, wanneer hij slechts de overal met
'/milde hand aangebrachte groene .kleur tegen een meer donkere
//verwisselt."
In den gevel van dit in 1890 of iets vroeger nog door den
s5-jarigen van der Hage bewoonde perceel, prijkte dan onze
gevelsteen. De heer TCesteloo weet er verder niets van te
zeggenslechts ditdat hij in het oudstebewaarde schepens-
register der stad van 20 Januari 1541/2 gevonden heeft, dat
er sprake was van een huis //op den Burch, over Oestzijde
van der straete," toebehoorende aan broer And. Ylamijnck,
maar tevens, dat hem niets van dien man bekend is, of van
een straat die men den Burch zou hebben genoemd. Wij
weten dus zoo goed als niets van dit huis, dan dat het voor
zijn tijd een deftig gebouw is geweest; er moet een gezeten
burger in hebben gewoond, vermoedelijk wel de Burgemeester,
want het ambachtsheerenhuis, //liet Hof te Domburg" lag er
ver van af.
Zooals men te Domburg gewoon was in vele zaken Middel
burg na te volgen, zoo zal ook de bouwheer die stad in het
plaatsen van gevelsteenen hebben nagevolgd. Te Middelburg
wisten, zooals trouwens overal elders, de regeerende families
zich van alle mogelijke baantjes meester te maken, en hadden
zij het dan zoo ver gebracht, dat zij gelijktijdig in provinciale
en stedelijke colleges zitting haddendan vonden zij het aardig
om te prijken niet alleen met karos en livrei, maar ze lieten
tevens, als zij een woonhuis bouwden, benevens andere emble
mata, twee steenen in den gevel plaatsen, den Leeuw voor de
provincie, den Burcht voor de stad. Dat dubbeltal kon in
Domburg uiet worden geplaatst, omdat de man zeker wel geen
lid zal zijn geweest van een hoog provinciaal college. De
gevelsteen bevatte dus niets dan het wapen der smalstadzonder
jaartal en devies. Men vindt dergelijke steenen thans niet
meer in Domburgs huizen terug.
De heer Ivesteloo zegt op blz. 6 van zijn boek, dat het
stadhuis in 1545 reeds bestond, doch dat men in 1561 pogin-
Archief VIIIC cll., 4dc st.