178
gen aanwendde om een nieuw te bouwen ter zelfder plaatse en
tevens, dat men 5 jaren vroeger grond bad aangekocht aan de
oostzijde.
In 1567 bouwde men inderdaad, een nieuw stedehuis, na
sedert enkele jaren verplicht te zijn geweest ten huize van den
secretaris een vertrek te huren voor de plaats te hebben ver
gaderingen. Wist men nu maar, dat er in het huis met den
burcht een secretaris had gewoond en zijn groote achterkamer
voor raadskamer had verhuurd, dan was de beteekenis van
den Burcht in den gevel en van de uitdrukking //op den
Burölï" in eens gevonden; jammer dat voor een zoodanige
gissing geen bekende gronden bestaan.
HET WAPEN VAN DOMBURG.
Het wapen bewijst eenigszins zijn hoogen ouderdom, door
dat het zeer eenvoudig is. Het vertoont ons niets dan 'een
witten, dat wil zeggen een zilveren burcht, zonder bijstukken
of wimpel, geplaatst op een veld van azuur, waaronder, zooals
men weet, in de heraldiek blauw wordt verstaan. Het wordt
bij Smat.legange afgebeeld, gedekt door een kroon, waarmede
het thans in gebruik zijnde wapen eveneens is versierd. Het
wapen is begrijpelijker wijze in den loop der eeuwen niet ver
anderd, alleen vermeldt .Jacob van Grijpskerkeeen aanzien
lijk en geleerd mau, die jaren lang in de buurt van Domburg
heeft gewoond, in zijn ten jare 1882. door het Zeeuwsch Ge
nootschap uitgegeven vft Graafschap van Ze.da.ndf op blz. 328,
dat het wapen van de heer en van Domburg was //d'azur a
la tour d; argent" en dat het voor cimier een Dragonshoofd had.
Ik ken voor Domburg dat lielmteeken niet, doch vermoed
dat die geleerde er onder verstaan heeft niet zoozeer een draak
of griffioen, zooals Dragon in de wapenkunde eigenlijk beduidt,
als wel een //aanziende" leeuw, aanziende, dat is, die met zijn
vriendelijk aaugezicht den toeschouwer aanziet; in dat geval
noemt men zulk een leeuw, Libaert, Lybaert of Luipaard.
"Voor de pui van het hedendaagsche stadhuis te Domburg,