181
zeggen, clat beide graafschappen te samen dat betwiste deel
van Zeeland zouden besturen, met andere woorden, de in
komsten en voordeelen onder elkander zouden verdeelenen
verder de zaak in statu quo laten, terwijl zij afzonderlijk
geen zaken van gewicht zouden doen.
Daar krijgt nu het in aanzien toenemende Middelburg in
1216 zijn eerste keureprecies gelijk aan die aan andere
plaatsen geschonken. De stad ontving het den 10 Mei 1216,
zoowel uit naam van den Hollandschen graaf Willem 1 als
uit dien van de Ylaamsche gravin Johanna, dus met beider
goedvinden. Omringd van kuiperijen komt graaf Willem
eenige jaren later te Dordrecht te overlijden. Hem volgt zijn
zoon Floris IY opde latere wegens zijn krachtig vorstelijk
uiterlijkzijn ridderlijk leven en zijn groot fortuin bij de
Noblesse bekende Edelman, die met ter tijd in Frankrijk uit
jaloezie zou worden vermoord. Floris telde bij het overlijden
van zijn vader nog geen 12 jaren; hij zal dus wel niet zelf
standig hebben geregeerd, maar wel daarentegen zijn hofraad
en mogelijk in onze streken zijn vazal, de burggraaf van Zeeland.
De jonge graaf komt naar Middelburg ën wordt er gehuldigd.
Hij en de burggraaf, de heer van Yoorne, bevestigen de pri
vilegiën der stad. Tot zoo ver nu was alles naar recht ge
schied, maar nu schenken zij in dienzelfden tijd, met een
politiek oogmerk, mogelijk ook op verzoek, een gelijke keure
als Middelburg had ontvangen, aan Westkapelle en aan Dom
burg, zonder de Ylaamsche regeering in deze daad van willé-
keur te kennen. Deze minder eerlijke handelwijze van den
Hollandschen graaf had ten doel, zich in Walcheren een in
vloed en een positie te verzekeren. En de zaak gelukte, daar
beide plaatsen, zoo bij uitnemendheid geschikt gelegen tot het
voeren van land- en zeegevechten, toen voor Holland waren
gewonnen. De tijd heeft geleerd dat zijn regeering goed
heeft gezien; hij zelf heeft er, wel is waar, door zijn vroeg
tijdig overlijden, geen voordeel van gehad, veel meer daaren
tegen zijn zoon Willem II, de latere Roomsch koning.