191 plaats is te loor gegaanHoe dit ook zij, zeker is het, dat de eerste ontdekkers van liet in 1647 blootgekomen strand aan geen Oud-Domburg hebben gedacht. Dit hebben evenmin gedaan de mannen der wetenschap, v. d. Sloot, Smallegange en Gargon. Tan nog meer beteekenis is het, dat er in de 17° en 18e eeuw kaarten van Zeeland zijn uitgegeven en dat men op die zeer goede kaarten het strand bij Domburg heeft aangeduid door de zonderlinge benaming van //Woningen der Oude Gothen." Dat woord //Gotlien" heeft natuurlijk geen wetenschappelijke waarde, doch er blijkt uit dat men die ont dekte bewijzen van een vroegere bewoning heeft toegeschreven aan een den bewoners van Domburg geheel onbekenden stam. Er is dan ook tot nu toe niets ontdekt dat wijzen zou op een vroegere verwantschapdie ons het recht zou geven in ernst te spreken over een Oud-Domburg. Kesteloo heeft dus volkomen gelijk wanneer hij beweert, dat het een woord is uit den nieuwen tijd, dat de een den ander heeft nagepraat en dat vooral door de niet zoo nauw lettende vreemdelingen wordt gebezigd. 2°. Een andere reden waarom die aloude plaats geen Oud-Domburg kan zijn geweest, ligt hierin, dat zij, althans indien er niet een ons onbekend ambacht door de zee is ver dwenen, niet gelegen heeft in de heerlijkheid Domburg maar in de heerlijkheid Oostkapelleen zij dus niet Domburg kan hebben geheeten. De verre langs het strand verspreide wonin gen hebben ook geen bewijzen overgeleverd, dat er een middel punt van bevolking is geweest maar een lange reeks van op zich zelve staande woningen van weinig beteekenis, schuren of kleine //gedoetjes/' zooals de Landman zegt, zooals men ze nu ook nog hier en daar aantreft. Men zou ze dus kunnen beschouwen als een buitenbuurt van Oostkapelle, zooals een andere reeks wouingen, thans door overstrooming verdwenen eertijds Kikendamme werd genoemd. Eerder zou men dus van een Oud-Oostkapelle mogen spreken dan van een Oud-Domburg. Wij weten niet of Oostkapelle,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 611