193 Eindelijk let eens bij Smallegange op de plaatwaar bij bet dorpje St. Laurens afbeeldt, op het wapen van het daarbij liggende kasteel Popkensburger zijn in het wapen van dit laatste wel vier burchten aanwezig. Ermerins ZOudheden I blz. 207zegt er van: '/het stelt voor een veld van sable //(zwart) in drieën gedeeld door twee Hermijnen-baarenop //het bovenste en onderste deel één, op het middelste, twee //gouden burchten."" Die vier burchten kunnen niets anders zijn dan een zin spelingop vier Walchersche heerlijkheden, Poppenkerke, PoppendammePoppenroede en Poppekinderens ambachtdie men vermoedt, dat alle tegelijk hebben behoord aan zekeren edelman Poppo uit den tijd der Noormannen. Domburg zou dus twee burchten hebben genomen, indien men bewijzen kon daar aanspraak op te hebben. Men zou kunnen vragen, of de Nehalenniasteenen uit het begin onzer jaartelling in eenig verband hebben kunnen staan met liet tegenwoordige Domburg; ik meen van niet! Het is waar dat de oude beschrijvingen van 164-7 den zoo- genaamden tempel vlak voor het tegenwoordige Domburg plaat senver westelijk van de Frankische begraafplaatsen, en de later gemaakte kaarten de vindplaats der steenen ver in zee doen zoeken in een richting in het verlengde van de Noordstraat van Domburg. Edoch het tijdsverloop is te groot. Al zijn daar onmiddellijk voor Domburg sporen van woningen gevon den of van begraafplaatsen, moet toch de breede reeks van duinen, die na het jaar 300 de steenen hebben overdekt en deze eindelijk in zee achter hebben gelaten, een dam hebben gemaakt tusschen die oude verblijfplaatsen van Domeinen en Heidenen en Domburg, zoodat het niet is aan te nemen, dat er eenig verband zou bestaan hebben tusschen de steenen en het veel later ontstane moderne Domburg. Middelburg, Maart 1901. ArchieI Vllle dl 4dc st. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 613