14 De afgeloste erfrenten en obligation eischten volgens de reke ningen van 1749 tot 1752 eene uitgaaf van 1331-39 10 4. (Het duurde evenwel nog tot 1759 eer deze aflossing geheel was afgeloopen.) Deze schuld dagteekende van voor de acht tiende eeuw. Aan den griffier ter Thesaurie Adriaan Beekman werd een buitengewone toelage verleend van 50 volgens de rekening van 1752 en een gelijk bedrag volgens die van 175-3 wegens buitengewone bemoeiingen in zake deze aflossingAT. R. 28 Augustus 1751. De som der schuld bleef dus dezelfde; alleen was er nu een ander schuldeischer. Van bedenkelijker aard waren evenwel de telkens voorkomende leeningen bij de Leenbank van kleinere bedragenzooals rekening 1748, voor den Nederduitschen armen //onder be lofte van meergemelde somme te zullen restitueerenzoo gauw- het mogelijk zal zijn": 4000; rekening 1749 tot subsidie van de kerken, het Oudemannen- en vrouwenhuis en tot voldoening van achterstallen aan de betalers der Militie: 5000; rekening 175-3, tot subsidie van de kas der stad, W. B. 28 Juli en 10 October 1753:20000; rekening 1757, voor extraordinaire subsidiën, W. B. 24 September 1757 en 25 Februari 1758: 9400; rekening 1758, als boven: 8500; rekening 1759, als boven: 16000; rekening 1760, als boven: 9000. Ook bij particulieren werd hulp gezocht; zoo werd, krach tens secrete resolution van 23 November 1754 en 8 Maart 1755, voor 6 en 12 maanden op wisselbrieven h 3 pet.opgenomen 103933 6 8, waarvan 80000 werd besteed om aan de Leenbank te overhandigen //tot betaling van hare schuld en in mindering van genegotieerde penningen bv de Wissel bank" rekening 1754. Bij de Wisselbank nam de stad, volgens de rekeningen van 1756 en 1757, 25500 op tot aflossing van het bij particulieren geleende Zoo ging men voort, hier leenende, daar aflossende, doch

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 628