59 De dienaars van den baljuw kregen 2 omdat zij //hadden helpen in Vlaenderen aen landt stellen eenentwintich heijden- sche psoonen," 1602. 2. Adriaan Manmaker kreeg jaarwedde van 22 Juni 1604 en bleef in dienst tot 31 Juli 1612. De stad had 8 Augustus 1606 een accoord voor zeven jaar aangegaan met den baljuw, dat hij geen rekening zou be hoeven te doen van //breuken ende am enden maar de op brengst. voor zich behouden. Hij zou daartegen niet meer van de stad genietenhonderd gulden voor het //kaijgelt vijftig gulden voor het //bannen van de vierschare'" en 6 voor tabberdlaken1605. Hans Laureijs van Antwerpen kreeg £4:3:4 //voor sijn deel van dat hij volgende de publicatie behoorlijck heeft aengebracht den persoon van Meuten Harde wel eenen neer- slach gcdaen hebbende aenden psoon van Elori huijsknecht van dheer baillui deser stadt." De adelborsten van den kapitein Pi eter de Somer kregen evenveel voor het bewaren en in handen van den baljuw leveren van dien misdadiger, 1605. Extr. ord. rek. 3. Pieter de la Palma kreeg tabberdlaken sedert 1 Augustus 1612. Rekening 1613. Hans van der Hellen, boekdrukker, drukte een ordonnantie //bij de stadt gemaeckt opt verbot vant weeren van de bede laars." Van Sampson de Kuljser werd laken en baai ge kocht voor twee //stadsknechten gesteld tot het weeren ende vanghen van bedelaers1622. BURGEMEESTERS. 1 Mr. Jacob Magnus, 1600, 1603, 1606. Aan hem werd 33 6 8 betaald, die van stadswege vereerd waren aan de Staten Generaal der vereenigde provin ciën, 1603 e. o. Hij kreeg 50 voor huur van een huisin den Haagals Gedeputeerde ter vergadering van de Staten Generaal, volgens akte van 11 September 1604. Extr. ord

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 63