40 de voors. so mme weder te corteu aen de jaerlijexe recognitie van de docke en de huysschattinge, die de voors. compagnie aen de stadt jaerlijcx moet betalen", 1706. Er werd ruim 3000 betaald voor liet uitdiepen van liet dok //van de zantzee tot aan 't cleene sas'1, benevens 149 voor werkloon aan de vier groote dokdeuren. Van de Oost- Indische compagnie werd daarvoor 2000 ontvangen, 1708, welke som bij gedeelten terugbetaald werd, het laatste vol gens de rekening van 1715. De Oost-Indische compagnie betaalde 450 voor drie jaar //recognitie van de docke'1,1710. In de rekeningen van 1736 en 1737 vindt men eene som van 22759 4 4 in uitgaaf gebracht voor kosten van het uitdiepen der binnenvesten en het Molenwater. Aan den ingenieur P. Wiltschüt werd 42 10 betaald //voor een present"' voor het maken van een bestek voor het uitdiepen //van drie binnenvesten mitsgaders diverse besognes met H. E. A1", 1736. Aan Hendrik Boürssen werd 80 17 4 betaald voor het afbreken van eene hovenierswoning aan den stadssingel buiten de Koepoort //tot verwiederinge (verwijding) van de ryweg daar de slickkarren hebben door gepasseert", 1738. Jan de Muncic werd naar Zaandam gezonden tot het exa- mineeren der moddermolens1741. In de rekening van 1763 vindt men eens betaling van 21 10 8 voor het maken van twee moddermolens of ponten. Johannes van der Waeijen te Ylissiugen kreeg 12 8 voor het meten en maken eener teekening van het kleine sas, 1758. Aan Jacob Allaart en Zacharias Koolman werd voor 1383 6 8 aanbesteed het maken van twee aarden kist dammen //in de dokke en zoute veste tusschen de kleine sas" en voor 2850 een groote kistdam aan het spui bij de stads- schuur en beschoeiing, mitsgaders een kleine dam in den mond van het spui, 1759. Jacob Po ley, sluis- en molen maker, kreeg 166 13 4 voor vacatiën en daggelden voor het maken van bestekken en teekeningen van het groote en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 654