42 In de rekening van 1776 wordt gesproken van eene ver nieuwing der kaaiing van '/het klyne kraantie tot aan Maayes- baay". Aan Johannes Hüysman werd 324 6 8 betaald voor liet uitbaggeren van het Molenwater en de stads binnensingels 1779. In de rekening van 1708 komen uitgaven voor ten behoeve van den ijsbreker en volgens die van 1715 werd de haven opengebroken en ook het ijs naar Arnemuiden. De pachter der visscherij in de vesten werd ontheven van de betaling der pacht, omdat hij bijna al zijn visch door de strenge vorst had verloren: W. R. 4 Juli 1716, rekening 1716. Voor het oppassen van //alle de stads swaanen" werd 8 13 4 betaald, 1763. In de vorige rekening staat //voor de stads in de vestenHet woord zwanen zal daar bij vergissing weggelaten zijn. Er werden 11 zakken haver en 7 zakken paardeboonen voor gekocht voor 10:3:4: rekening 1766. Het laatst vindt men er in de rekening van 1767 melding van gemaakt. Ary van Aken te Rotterdam kreeg 12 2 voor een houten model eener ophaalbrug, 1759. De houten kraan bij het Rotterdamscke hoofd werd voor afbraak verkocht voor 40: rekening 1727. De stadsarchitect Jan de Mltnk reisde naar Dordrecht om de groote kraan aldaar te meten, 1733. De houten kraan op den Dam werd voor afbraak verkocht voor 28rekening 1745. De stad betaalde £2:11 voor twee jaar kelderhuur voor de kraankinders, 1748. Ook in het vervolg komt der gelijke betaling voor. Vergelijk: Jan de Munck, stadsarchitect te Middelburgdoor E. Nagtglas, als toevoegsel tot Midddb- N'aamwijzer1865.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 656