84 Omtrent de overige beambten vond ik liet volgende, dat, eveuals bet aangeteekende omtrent, de griffiers, in de reke ningen voorkomt wegens de betaling der recognitie. Geen hunner ontving belooning uit stadskas, Anthonie de Kuyser werd Is en Pieper Tulleken" 2e klerk, 1703. •Iozua van Yperen werd 2e klerk, 1705. Jacobus van Yperen werd opperklerk, in plaats van zijn vader Jozua en als 2* klerk vervangen door Jacobus Stangniete, 1729. IzaïIk Stangniete werd le klerk in plaats van Jacobus van Yperen, die afstand had gedaan, 1739. Eerstgenoemde werd als 23 klerk vervangen door Nicola as Boreel, 1739. Laatstgenoemde werd le klerk, in plaats van Izaük Stang niete overleden, 1763. Pieter Michiel de Lichte werd 2fl klerk in plaats van Boreel, 1763 en le klerk, 1770. Pieter Johan Sirant Bestouches werd 2e griffier, 1781. Willem van Munster werd le klerk in plaats vau P. M. de Lichte overleden, 1781. Willem Bernard van Drinse werd lö klerk in plaats van van Munster overleden, 1796, en 2e griffier in plaats van Bestouches overleden, 1S05, en als l5 klerk opgevolgd door I. A. Leliaert, 1805. Een bode betaalde bij zijne aanstelling eene recognitie vaii 300 rekening 1704. In die rekening leest men, dat aan Eran(?ois Wytingii 250 werd betaald '/uyt de penningen overgebragt wegens het vercogte ampt van Nicola as van Coerals gewesen bode van deWeescamer, en by hem van vs. Wytingh geleent"1, volgens resolutie ten Rade van 19 Juli 1704, alsmede dat volgens dezelfde resolutie aan Anthonie van Bevernage 16 13 4 werd overhandigd, zijnde s/» van het overschot van voornoemd bodeambt. Jacobus Korfp betaalde 200 als recognitie voor het bodeampt, 1740 en Pieter Lenshoek 250: rek. 1747.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 698