Ill
voor liet maken en stellen van liet klavier, 1716; eene van
£17 13 4 //voor eene fooy van honderd gulden wissel-
geit by het 17e art. van 't accoord dato 22 Mey 1714 tfsyner
dispositie bedongen voor syne knegten", 171S. Elizabeth
Erasmi wed6 van der Poest kreeg 83 19 7 //voor een
silver coelvat, wegende 141 oneen, twelk is voor present gesonden
aan Hendrik Joltrain mr. horologiemaker tot Antwerpen,
die in rescontre beeft gequiteert syne laatste pretentie tot laste
van de stad, bedragende 90 6" rekening 1720.
Aan genoemden Joltrain werd 123 7 betaald voor
2467 noten voor den trommel tegen een schelling het stuk,
en aan Jan de Munk £1:9 voor het maken van een
zonnewijzer, waarvoor voor 12 n koper was gekocht, 1720.
De commissarissen van de wisselbank verstrekten 2000
op rekening van 10000 voor den opbouw, terwijl bij par
ticulieren 2700 daarvoor werd opgenomen tegen 3 pCt.
als van: Johan Erederik deMauregnaült 1000Jacobus
Hudenbrouck 600, Johan Guilhelmus Schorer 600,
Johanna Hudenbrouck wedc de Graaff 400 en Jozias
Goossen £100: rekening 1714.
In de rekening van 1713 komt eene betaling voor van
166 13 4 aan Andries Duyschot, als eersten termijn
//over 't maken en repareren van den gebranden orgel in de
Nieuwe kerk". Hij scheen te Leiden te wonen, vanwaar or
gelwerk naar hier gevoerd werd (hoofdst. aangenomen werken
en reiskosten). Tot slot van rekening, kreeg hij 390 1
8: rekening 1714 (hoofdst. bestede werken). Het orgel werd
opgenomen door Abr. de Coup en Nicola as Jos. Conchart,
die daarvoor 8 10 kregen, 1714.
Voor de gordijnen van groen saai met geele kantjes werd
£5 11 4 betaald, 1716. Omtrent dit orgel in later tijd,
komen de volgende uitgaven in de rekeningen vooraan Ludo-
vicus de Bakker 166 "13 4 voor aanneming van het
vernieuwen en repareeren; aan Benjamin Jansen 205 11
4 voor schildereu, 1754: aan Jannis van Overbeek 166: