122
fabricquen en mauufactuuren binnen deeze stad voor 12 por
tion a 50; yder zoo veel deeze stad daarin heeft deel ge-
noomen"W. R. 17 April 1779. Aan Hendrik Kraamek
voor de //maitres in de spinschool" acht maanden loon van 1
Juni 1778 tot 31 Januari 1779 tegen V8 rijksdaalder daags
voor koop van een kachel voor de school wordt 14
14 4 in rekening gebracht; W. R. 9 Mei 1778, rekening
1778. Johs. van der Bilt had voor 118 timmerwerk
aangenomen en Matthijs van Ooljen voor 65 metsel
werk voor de weverij. G. St ertsen bach kreeg 1 14
//voor het snyden van een stempel en letters ten gebruike van
de ijkmeesters van het lijnwaat etc., dat hier gefabriceerd
wordt", 1779.
Volgens de rekening van 1781 werd van den boekhouder
van liet fonds 2 10 ontvangen voor een jaar repartitie
wegens het kapitaal van 100, volgens die van 1782 werd
drie pCt. betaald en volgens die van 1791 werden twee der
aandeelen van f 50 afgelost, terwijl over vijf jaren rente werd
betaald van de 12 aandeelen, die de stad bezat.
De inrichting had voortdurend geldelijken steun der stad
noodig. Zoo werd, volgens de rekening van 1781, aan presi
dent en regenten 200 verstrekt'/tot aankoop van verscheiden
materialen, bv genoemde fabriek benoodigd"W. R. 24 No
vember 1781, en nog een subsidie voor gelijk doel verleend
van 150 op rekening van 300; W. R. 20 April 1782.
De rekening van 1782 vermeldt eene toelage van 1050,
die van 1783 en 1784 ieder een subsidie van 900, die van
1785 een van 1000, over twee jaren verstrekt (W. R. 27
Augustus 1785), die van 1787 eene toelage van 800 (W. R.
22 Maart en 19 Mei 1788), die van 1788 eene van 750
(W. R. 22 Maart en 27 December 1788 en 11 April 1789)
en die van 1789 eene van 500, terwijl men in dezelfde
rekening eene aflossing vindt eener ter leen verstrekte som
van 300.
Zie over de verder verleende subsidiën hierna bijlage B.