132 van 1 September 1788 tot 1 Augustus 1790. Voor verhuis kosten kreeg hij 16 13 4. 26. J. C. Engelcke, praeceptor van 1 Augustus 1791 tot 1 Februari 1796. Voor verhuiskosten kreeg hij 16 13 4: W. R. 14 Mei 1791rekening 1791. Zijne jaar wedde bedroeg aanvankelijk 100 en werd later op 125 gebracht. 27. C. J. Wenkebach, rector, genoot een traktement van 166 13 4 van 10 Juli 1796 tot 22 Juni 1798, '/tyde wanneer heeft gedesisteerd". Voor verhuiskosten kreeg hij 25. 28. W. J. Zillesen, rector en professor in de welspre kendheid en Grieksche taal, op eene jaarwedde van 166 13 4, van 21 April 1799 tot 30 Juni 1809. Hij kreeg 18 6:8 voor verhuiskosten van Haarden, 1798. 29. A. van Deinse werd 1 Januari 1803 praeceptor op eene jaarwedde van 100. 30. E. C. d'Engelbronner genoot sedert '15 Juli 1809 eene belooning als rector, die tot December 1810 over vijftien maanden werd uitbetaald tot een bedrag van 1310 en kreeg f 150 voor verhuiskosten van Bommel: rekening 1810. De custos der Latijnsche school kreeg 5 in het jaar. Als zoodanig komen voor: Reinier Laarman, 1720, Joi-tannes Hendrik Huysselaar 1765, Jacobus Hoogklimmer van Heulen, 1769. Zie Geschiedenis van kei Middelbwgsch Gym nasium in Archief VII, blz. 347 door Dr. J. G. Voegler. Franscïie kostscholen. Joan. Lüydens kreeg voor zijne vrouw Marg. de Eargues 50 in het jaar als Eransche-kostschooi houdster van 2 October 1751 tot 2 Juli 1754. Joseph Bayart had eene gelijke toelage als Eransch-kost- schoolhouder van 19 Maart 1752 tot 13 April 1759. Aan A. Halloy werd mede 50 in het jaar betaald voor zijne vrouw Maria Pelichet, als jonge-juilrouwschool hou dende, sedert 5 Mei 1755 tot 5 Mei 1771. In de rekening

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 746