136
dame werd 150 verstrekt, volgens resolutie ten Bade van
29 Juni 1726. Aan vorengemelden des Jardins werd 204
betaald om de glasblazerij gaande te houdenW. B. 19 October
1726; op welke uitgaaf een memoriepost in de rekening volgt
stavendedat niets ontvangen was van het gelddat aan de
Baronnesse d'Haveskercke ter leen werd verstrekt.
Aan Pieter van Luenen werd 41 13 4 betaald voor
transport zijner meubelen van Amersfoort herwaarts //volgens
"t 4e art. van accoort, met heeren commissarissen uyt haar
Ed. Agtb. en hem over 't aanvaarden van de glasblaserie aan
gegaan". Aan Abb. des Jabdins werd £3:2:6 betaald
//over het saldo syner rekening, aan bovengemelde heereu com
missarissen gedaan van syne administratie in de glasfabrycq
d'anno 1726 en 1727, in welke rekening gemelden Jabdins
ook heeft verantwoort de 200, in voorgaande rekening folio
130 r. aan hem in uytgeeff gebragt". Aan hem werd 1666
13 4 verstrekt, als bedongen bij Art. 4 van het accoord,
den 15 November 1727 met hem aangegaan voor het aan
vaarden der fabriek. Aan de Statengrifhe werd 3 betaald
voor het octrooi aan gemelde fabriek verleend, 1727. Yan
den griffier van het Kantoor van finaneie en consignatie werd
316 4 7 ontvangen, bij preferentie uit den insolventen
boedel van genoemden van Luenen in mindering eener schuld
van 2600 gulden //voor overgenomen materialen en gereed
schappen, glas enz.", 1730.
Aan Adriaan Beekman, als procuratie hebbende van Gabel
Erederik van Winkler, werd 1666 13 4 betaald ter
voldoening aan het 4® artikel van hun accoordmet de heeren
commissarissen gemaakt als entrepreneurs van de glasfabriek.
Yan Mr. Cornelis Yebsluys en Joiian Cornelis Bader-
macïïer werd 1666 13 4 ontvangen //in voldoeninge
van de penningen, die Abraham de Jabdein ofte desselfs regt
en actie verlcrygende heeft ontfangen agtervolgens het 4e art.
van het accoort, tussen heeren commissarissen gemaekt wegens
het overnemen van de glasfabryck"1732.