14.0
1783. Volgens de rekening van 1784. werd aari hen 16666
13 4 ter leen verstrekt: W. R. 21 Augustus 1784, welke
som evenwel in dezelfde rekening als terugontvangen verant
woord wordt. Aan bewindhebbers werd 50000 ter leen
verstrekt: Secrete notulen van 25 Juli 1787, rekening 1787.
Zij losten een wissel van honderdduizend gulden af met bij
betaling van 3 pCt. rente over een jaar, 1788, de rest der
leening van 50000 werd afgelost, 1791. Van de leening
van 83333 6 8 (een half miljoen gulden) van 1783 werd
4166 13 4 afgelost, 1790, 20833 6 8 (rekening
1791) en de rest ten bedrage van 58333 6 8 reke
ning 1794. Van dit restant betaalde de Ontvanger-generaal
te lande J. V. Sprenger een pOt. rente over 18 maanden
van 15 Juni 1792 tot 15 December 1793: rekening 1793.
De stad verleende aan de bewindhebbers een subsidie van
8333 6 8: Secrete notulen van 4 September 1790, re
kening 1790, evenwel bij wijze van leening, want deze
som wordt in de volgende rekeningen als schuld vermeld
met opgaaf in die van 1798, dat van het comité tot
de zaken van den Oost-Indischen handel de renten slechts
voor memorie worden gebracht. De renten over de jaren
18011805 komen in de rekening van laatstgenoemd jaar als
betaald voor.
Ten gevolge van de betaling van recognitiekomendenamen
der navolgende bewindhebbers en hoofdparticipanten in de re
keningen voor(de eerstgenoemden worden hier met bde laatst-
gemelden met h aangeduid).
1700. Mr. Laurens Adriaan Thibaut h.
1701. Johan O okerskeer van Schoonewal, h. 1716, b. in
plaats van wijlen Johan van Reigersberg.
1709. Adriaan de Labistrate b.
1710. PlETER de HüYBERT h.
1712. "Willem van Citters b.
1715. Steven Hurgronje b. in plaats van wijlen Johan
Boüdaen Courten.