156 Aan P. Arnold Priethof, kastelein cler confrérie van Sint Joris, werd 20 19 11 betaald voor een maaltijd bij het visiteeren der molens, 1782. G. van der Steen kreeg 19 18 8 voor een middag- en twee avondmaaltijden bij lietpri- seeren van de molens, 1783. Dergelijke posten komen ook in volgende rekeningen voor. Aan Bartholomews van de Coppello Jr. werd voor de sociëteit der zaagmolens 400 betaald voor kosten van het verleggen van den havendijk met houten kaaiing mitsgaders het vergrooten harer scheepstimmerwerf, volgens contract van 16 Maart 1742, en later nog 300: rekeningen van 1741 en 1742. Yan den buskruitmolen de gouden Draalc was boekhouder Abraham van Hoornbeek, 1767. Den 11 Augustus 1779 was er brand in den buskruitmolen de Grenadier1779. Zie mijne Geschiedenis van AruemvAden blz. 121 noot 67. Koffiehuizen, biljarten, trektafels. Christoffel de Lants- heer was 116 13 4 schuldig gebleven over 7 jaar re cognitie tot 1 November 1709, als koffiehuishouder, welk bedrag, niettegenstaande alle aangewende moeite, niet ontvan gen kon worden. Jacob Claudore komt het laatst voor, 1710. De koffietappers schijnen geen goede zaken te hebben gemaakt, althans de betaling der recognitie ging ongeregeld of bleef geheel achter. In de rekening van 1712 worden er vier betalende vermeld en een voor memorie. Yoor het zetten van een //billiard" werd £8:6:8 voor recognitie betaald door de erven van Daniël Bobeck, koffie tappers: W. ït. 4 Juni 1729, rekening 1730. Yolgens de rekening van 1732 waren er twee koffietappers, Ignatius Monnett en Willem Erffstee, die ieder een biljart hadden, volgens die van 1742 drie, ook volgens die van 1768, toen de jaarlijksche recognitie £4:3:4 bedroeg. De confrérie van Sint Joris betaalde 16 13 4 in het jaar voor het koffieschenken en houden van een biljart sedert 1 Maart 1768

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 770