180 voor teruggaaf van de recognitie van wijlen haren man Wm. Jansen van der Camp als commissaris van het Rotterdamsche veer: W. R. 11 December 1717, rekening 1717. Zie hier boven. Zie over de onlusten van 1702 en 1704 te Middelburg Zelanclia lUustrata, 1, 219. Aan Willem van Diepenbeek werd £2:1-3: 4- betaald //voor het oppassen aan de puncten en dat van den 2 tot den 9 April (1717) soo by dage als des 's nachts soo voor dach als nacht tot het observeren van de comst van den Cheer van Groot-Ruslant". Een ander kreeg gelijke belooning, twee gulden daags, 1716. Aan de griffiers Adriaan Beeckman en Joh. Anth. Radaeüs werd 1506 betaald, //als particuliere cassa houdende tot de betaalinge van de servitiegelden aan de militie, zoo caval- lerie als infanterythans in deze stadt guarnizoen houdende mitsgaders voor gecogte haver, hooy en stroo etc.", 1746. De stad ontving van de provincie het voorgeschotene terug, o. a. voor het timmeren van twee ruiterstallen binnen de stad, het approprieeren van eenige corps-de-gardes, benevens het maken van drie batterijen in Sint-Joosland en Nieuwland, 1747. Ten gevolge van het ui et-honden van de jaarmarkt in 1747, kregen onderstaande personen //een extraordinaire toeleg voor dedomagement hunner emolumenten" Piet er Pays, majoor van de stad 116 13 4 de twee stadsprovoosten samen 33 6 8 de beursknecht 8 6 8 de vier 's heeren dienaars 26 Deze emolumenten genoten zij anders niet uit stadskas. In 1748 kregen zij, behalve de beursknecht, gelijke toelagen om dezelfde reden. Er werd 342 2 9 betaald aan Pr eter Elorimond Granjon, pondgaarder, voor aankoop van rogge, die naar Bergen-op-Zoom gezonden was, en aan Cornelis Veriiage, deken van het bakkersgilde225 18 11 voor 7859

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 794