181 broeden te bakken en bet laten malen der rogge voor boven genoemd doel, 1747. De stad kocht 7 gemeten 67 roeden weiland onder Brig- damme voor 473 4 6 voor eene exercitieplaats voor de militie, die alhier in garnizoen was, 1747. Dit weiland werd verkocht, met recht van naasting, voor 391 19, aan Bartholomeus Wybo, 1754. Wegens kosten van de receptie van Z. D. H. den prins van Oranje werd betaaldvoor 50 flambouwen 33 6:8; aan de geïnteresseerden in den kruitmolen de E e n d r a c li t voor 152-9 pond buskruit, tegen 40 gulden de 100 pond, 104 13 8voor wit gros de Tours en armozijn voor banderolles voor de drie trompetters 3 16 4; aan een passement werker voor goud galon op die banderolles en de vesten dei- trompetters 48 19; voor roode en gouden koorden en franjes voor de banderolles 34 1 2voor rood en geel laken voor de kleeren der trompetters 98 1Ü 5 benevens voor maakloon en verschot 12 15 6; voor drie roeden en drie cabretleeren handschoenen 3 4 6voor drie paar katoenen kousen 1 4: rekening 1747. Denkelijk heeft daarop ook eene betaling van 31 17 6 in de re kening van 1751 betrekking aan Jeremias van INederveen voor 632 il' buskruit voor het doen van eereschoten bij de receptie van Z. H. In de ontvangsten der rekening van 1750 komt een memo- riepost voor van 2084 3 8 wegens opbrengst der collecte op den 16 Juni 1749 //binnen deze stadt en üooge juris dictie van dien voor de geruïneerde kerken en steden in Staats Vlaanderen en Brabant, maar alzoo gemelde somme met den Heer ontfanger-generaal dezer Provintie is verrekent, wegens alimentatie en onderhoudt van de Bergse weeskinderen"5, werd daarvoor hier niets in ontvangst gebracht. In de rekening van 1765 vindt men een hoofdstuk van on kosten der receptie van Z. D. H. den prins van Oranje als erfstadhouder, tot een bedrag van 1247 2 10, waarin

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 795