184 nog 89 18 2 bijgepast worden, die door van Yisvliet opgenomen waren bij Molière zonenbankiers te 's Graven- hage, //tot betaling van diverse onkosten in de kraamkamer van Hare Koninklyke Hoogheid Mevrouw de prinses van Oranje11, 1770. De heeren Evertsen, le Sage en de pensionaris Kappeyne waren gedeputeerden dezer stad bij den doop van den erfstad houder. Zij besteedden 89 13 10, meest voor giften in de kraamkamer, en nog 89 4 voor andere kosten. De stadsbode C. P. Donnadieu verschoot 11 10. Aan Hendrik Boshart werd 139 12 4 betaald //voor het maken van de goude doos, met het wapen dezer stad gegraveert op het bovendekzei, wegende 14 oneen en 19 engels, zijnde deze tot liet inleggen der jaarlijkse rentebrief aan voorn. Zyne Door luchtige Hoogheyt gepresenteert". Aau een stadsbode, die de doos naar de gedeputeerden bracht, moest 7 16 4 voor onkosten vergoed worden. Aan Abraham van Hoornbeek werdals boekhouder van denkruitmolen de Gouden draak, 19 15 8 betaald voor kruit, dat gediend had voor de salvo's ter gelegenheid van den doopen aan den stadsconstabel £2 13 6: rekening 1772. De genoemde lijfrente bedroeg 166 13 4 rekening 1773. In de rekening van 1786 komt een hoofdstuk voor: //Uit gaven wegens de receptie van Hunne Doorluchtige Hoogheden den prins en de prinses van Oranje en Nassau", tot een be drag van 573: 10: 11, waarin betalingen voorkomen: aan J. D. Bosse voor den maaltijd 200; aan I. de Eeyter //voor het plat desert met zijn toebehooren" 75 14; aan C. de Paauw voor confituren en het verder benoodigde voor het dessert 21 1 aan J. C. van Citters voor verschillende wijnen 90 17 10; verschotten voor den maaltijd 96 13 2; aan Hoek en Lauerman voor glas werk 18 12 8; aan I. Pietersen voor leenen van meubelen en leveren van tapijten 16 6 10; aan de thesauriers van Ylissingen voor 1/6 in het tafelservies voor

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 798