191 buitenplaats Clarebeek aan den Noord weg, ook blijkens eene aanteekening op blz. 122 verso van deel IV der Ordon nantiën van de stad Middelburg in de Provinciale biblio theek. Volgens die aanteekening waren na van Beigersberg eigenaars: de heer Tulleken, in 1754 de schout van Hemert en in 1778 Jan Bosselaar, die het heerenhuis en koetshuis voor afbraak verkocht en genoemde vijvers liet vullen. De bewering in Zelandia lllustrala I 656, dat er geen heerenhuis geweest is, is alzoo onjuist; maar daar is het aangehaalde uit Gargom's WaleherseJte Arcadia ook niet goed weergegeven. Blz. 83 (5). Zij hadden bij rekwest eene verhooging van jaarwedde verzocht wegens vermeerdering van occupatiën en vermindering van emolumenten, ten gevolge van het gemis van aanbestedingen van stadswerken: Notulen 27 Pebruari 1790. Daarom werd aan ieder in eens 200 toegestaan. Blz. 85 (6), Het proces was ontstaan over leges, door de wed. Thijssen betaald van eene erfenis. Bij de afdoening door de Wethouders werden in de dingtalen expressiën ge vonden, hoogst laesif, niet alleen voor hen, maar in 't gene raal ook voor al hunne voorzaten: Notulen 8 Juli 1747. Daarom werd judicature voor den Hove provinciaal gevraagd. Blz. 99 (7). Op den 1 Juli 1805 en volgende dagen werd door S. van Benteem eene bibliotheek verkocht, waarin zich zoodanig register bevond, dat voor 3 1 werd toege wezen aan den verkooper, blijkens den catalogus, die in de Provinciale bibliotheek aanwezig is, doch die niet vermeldt van wien de bibliotheek afkomstig was. Blz. 99 (8). Het is niet bekend, welke handschriften hier bedoeld worden. Zoomin in de notulen van W. B. als in het grootboek der Thesauriers worden ze aangeduid. De kwitancie van den vendumeester spreekt enkel van //manuschripten".

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 805