194.
Yolgens de notulen van de thesauriers van den 27 Juli
1793, werd machtiging verleend om met de //Directie van
het eiland Walcheren" te onderhandelen over de huur van het
Welzingsche poldertje, ten einde daarin de slijk te kunnen
bergen, die komen zou bij de uitdieping der kil van de zee
sluis. Deze uitdieping was noodig geworden door de sterke
verlanding. Het stadsbestuur wilde niet voldoen aan het ver
zoek van genoemde Directie om aan haar het poldertje te
verkoopen.
Blz. 179 (16). Schoonewal. Een hof bij Groede, voor
malige burcht. Zie Beknopt geschied- en aarclrijhshundig woorden -
boek van Zeeuws ch- F laan deren a westelijk deeldoor G. P. Roos,
A. J. van der Aa Aardrijkskundig Woordenboek en Zei. Illustr.
II 537. Het was dus een, schoon onbeduidend, versiersel
van den naam Ockers.
Blz.' 186 (17). De prijs der tarwe was destijds tot 38 f) de
Goesche zak 14,60 de H. L.) gestegen. Zooals hierv.
blz. 22 is vermeld, werd voor stadsrekening veel graan opgekocht.
Dit geschiedde om gebrek ten gevolge van uitvoer te voor
komen en verdere stijging van prijzen te beletten. De bak
kers werden alzoo schadeloos gesteld voor het verlies, dat zij
zouden geleden hebben door het berekenen der broodprijzen
in evenredigheid van 25 fi de zak, volgens het door het stads
bestuur bepaalde broodpas, bij een veel hoogeren inkoop.
Blz. 187 (18). Het is thans niet bekend, waarvoor deze
plaat gediend heeft. Yolgens Iels uit de geschiedenis der
Zeemosche assignaten in 1795, door Marie de Man in Tijd
schrift van hel NederUmdsch genootschap voor mun t- en penning
kunde 1896, werden de assignaten gedrukt bij den lands-
drukker I. de Winter te Middelburg, en blijkens eene me-
dedeeling van haar aan mij, met letterblokjes uit de gieterij der
firma Enschede te Haarlem. De vroegere archivaris der ge-