79 Aan Cornelis Ewotjtsz. Piioot werd 33 6 8 betaald voor //het maken van seker instrument tot het luijden der groote clocke 1601. Jan Burgerhuijs kreeg 116 13 4 //over het gieten vande clocke, 1603 en de beeldensnijder Hans van Oampen- hout 8:1:10 voor het cieraet mitte wapene vant collegie van Wette te snijden tot behouve van de groote clocke.1603. Aan den klokgieter werd 17 fi betaald voor geel wasspie- gelharst Spaansch groen en terpentijn tot behouve en vant gieten vande groote clocke," 1604. De klokgieter Burger huijs woonde in een huisje bij de Nieuwe kerk 1605. De klokluider kreeg 2 voor het schoonmaken van liet kerkhof vande Abdij //ende de jongens spelende aent kerckhof te verbieden1604. Aan Simon de la Barre //musicien" werd 20 betaald //over sijnen dienst ende arbeijt gedaen int accordeeren vande nieuwe clocken dienende tottet horologie opden Abdijetoren waervan hij tot nog toe midts sijn vertreck nijet betaelt en is geweest," 1612. Tieleman Geerbrant ontving 60 13 4 voor het maken van de borstweering van den orgelstoel1600. Aan den orgelmaker Joh an Morlet werd 166 13 4 betaald op rekening van het //opmaken" van het orgel en 25 //over het vermeerderen van twee ende een half register int positijff." Tielman Geerbrant kreeg 32 6 8 voor het maken en leveren van het wagenschotvan het verbree- den van de kast aan weerszijden en voor den hemel, 1601. Morlet kreeg nog 220 6 8 op rekening1602 en 66 6 8 als restant, 1603 benevens eene gratificatie van 16 13 4 voor overwerk en //anderszins," 1604. Met de uitgaven die in de 16° eeuw gedaan waren, kostte de ver vaardiging van dit orgel 1061 13 4 6370. Jan Pietersz., organist te Amsterdam, kreeg eene veree ring van 20 voor het opnemen van het orgel1603 e. o.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1902 | | pagina 83