84
Johannes Heiningius. Zoon van den Middelburgschen
predikant Henricus H Hij studeerde te Leiden. Kreeg
10 in de jaren 1607 en 1608, terwijl er 7 voor liem
betaald werd in 1609met de bijvoeging //nu overleden.11
//Kitsaeut Daijns (of I)ay) Engelsman ,11 kreeg 12 //onder
conditie dat de voors It. D. verobligeert blijft ten dienste
vande stadt tzij tot de kercke ofte scbole1608. Er werd
9 voor hem betaald voor negen maanden mondkost, 1609.
Jacobus Waleus (broeder van Anthonius W.) kreeg in
1609 en 1610 telkens 10 en in 1611 20. Misschien
dezelfde als de kiervoren genoemde Jacques W.
David Somer. Kreeg in 1610 6, in 1618 17 ter
oorzake van zijne ziekte te Sedan en 86 8 voor zijne
studie te Leiden. Voor de theses //die hij onlancx tot Ley den
puplicq heeft gedisputeertkreeg hij in 1619 6. In 1620
werd -3368 aan hem betaald //tot vervallinge van sijne
necessiteijten onder belofte van restitutie ter beliefte van de
stadt11 en ook dat die som uit zijne natelaten goederen zou
worden gerestitueerd, bijaldien hij geen dienst kon gedaan
hebben, of vóór zijne meerderjarigheid overleden was. Op de
zelfde voorwaarde werd hem 14 betaald voor medicamenten
geleverd door den apotheker Daniël Snellaert, 1621.
Pieter Lodewijcx. Volgens de rekeningen van 1610, 1611
en 1612, werd telkens £8:6:8 voor hem betaald. Op
den kant van den post in laatstgemelde rekening is aange-
teekend, dat de toelage moest komen ten laste van de //burse.1'
Niettemin vindt men in die van 1613 nog £4:3:4 over
een half jaar. Aan Jan van Hoorenbeke als voogd van den
student Pieter Lodewijcx, werd 5 betaald als gratuiteit
voor de theses, aan de stad gedediceerd1621.
Daniël de Swaeef. Hij kreeg 2 als gratuiteit voor de
dedicatie van de theses //de statu exaltationis Jesu Ghristi
door hem te Leiden gedisputeerd, 1621.
Jasper Adriaansz. Kreeg zoowel in 1620 als 1621 eene
toelage van 16 13 4.