90
stuk voor'/Van tgene betaelt is voor de confrérie der schut-
terie van busse ten respecte vande opbouwinge van een nieuw
huijs buijten de oude langevijle poorte, ende dit in confor-
miteijt vande accorde bij Boucliouder en Beleeders der voors
scliutterie gemaect ende aengegaen mctte lieeren Gecommit
teerde vuijt het Collegie van Weth ende llaedt deser stadt."
Daaruit blijkt, dat betaald werd: voor het delven van het
fondament 12 12, voor heiwerk 24 15, op rekening
van het delven van de gracht 5 10, voor het delven van
91/2 roede in den vijver -3 11 3, aan den boekhouder
Adiitaan de Vroe 200, op rekening van 700 //bij het
Collegie van Weth ende Raedt de voorn confrérie belooft totte
opbouwinge vande nieuwe huijsinghe voor voerloen van mate
rialen 45 5 3.
In de rekeningen der volgende jaren komen deze betalingen
voor:
Voor delfweTk van 37 roeden gracht 10 10 6 voor
het uitdiepen van den vijver 4 10 11, voor graafwerk
voor het fondament 2 10, voor voerloon van materialen
27 5 12 en de resteerende 500 (zie boven) 1608 e. o.
voor delfwerk en voerloon 18 14 3. Rekening 1609 e. o.
Voor voerloon 8 13. Gr. Rekening 1610.
Voor het maken van den //heijmuer" 39 19 3 voor
het overwelven van den watergang in het liof 165. Gr.
Rekening 1610.
Voor laatstgenoemd werk nog 27 13 6. Gr. Reke
ning, 1611.
Aan David Loyau 25 voor 12 roeden erve, 1612 e. o.
Aan Dirk de Sluijteii steenhouwer15 2voor
levering van steen en twee beelden //dienende totte poorte
vande scliutterie vande busse," 1617. Gr Rekening.
Aan een metselaar 88 10 //over het repareren van het
schutters huijs vande Busse geseijt de Gleuveniersterwijl
eene boog gemaakt werd over den watergang in het hof.
Gr. Rekening, 1618