139 11. Dat er een piek el alhier op de reede recht voorde haven werde geleght om by occasie van stereke ooste- ende noordewinden ofte andere voorvallende nootsake] ij eken de sche pen daeraen te connen uyt ende in de haven korten. 12. 2) Dat Sijn Hoochevt den prince van Oragniën werde geïnformeert ende ernstelijck versocht geen compagniën alhier ter stede in garnisoen te leggen, dewelcke onse natie maligne- ren ende afgunstich sijn. 13. 3) Dat de aengeslagen goederen van onse natie alhier in t' arsenael gebracht ende op geen andere plaetsen vervoert werden, voor ende aleer deselve ter admiraliteyt geconflsqueert ende voor verbeurt verclaert sullen sijn. 14. 4) Dat onse stapelschepen geduyrende dese troublen ende in toecomende diergelijcke onveylicheden ter zee, so veel mo- gelijclc is, met goet convoy mochten werden versien. 15. Also wy wel genegen sijn om een bequaem persoon uyt Schotlandt te ontbiedendewelcke nevens de bedieninge des voorleser- ende sangersampt in onse kereke een schole tot onderwysinge van de jonckheyt in de Schotsche tale soude oprechten, so is ons versouck, sulex succederendedat d' acht bare magistraet deser stede hem een vrye wooninghe ofte in plaets van dien een jaerlijcxsche penninck souden gelieven te vergonnen, ende dat de voorschreven Schotsche schole ende discipelen van dien alle de privilegiën van onse natie mochten genieten. 16. Ende belangende de Schotsche colen, dat deselve voor stapelgoet verclaert ende onse stapel alhier subject gemaect mochten werden, daerover hebbe ick volgens mijn belofte ende goede genegentheyt om dese stadt na vermogen te doen floreren so verre gearbeydt, dat ick myne meergemelte Zie 1645 art. n -) Zie 1645 art. 6. 3) Zie 1645 art- 8. 4) Zie 1645 art. 7.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1903 | | pagina 161