12 In dat jaar woonde hier de geleerde rabbijn Jacob Jtjda Leon, die een keurig model gemaakt had van den tempel van Salomo en ook een boekje over dien tempel geschreven heeft. Hij waagde 't dat boekje aan de Staten van Zeeland op te dragen, maar dezen waagden 'i niet, die opdracht te aanvaar den, zelfs niet octrooi te geven tot uitgave van 't werkje, vóór ze advies gevraagd hadden van de dominees. In den loop van het jaar 1654' schijnt de Joodsche bevolking hier aanmerkelijk te zijn aangegroeid en wel hoogstwaarschijnlijk tengevolge van den terugkeer van vele Joden uit Brazilië. Dat rijk was namelijk kort te voren door de Portugeezen op de "Nederlanders veroverd. De meeste Israëlieten verhuisden toen evenwel van daar naar Suriname en de eilanden van West-Indië. In het begin van hetzelfde jaar begon de kerkeraad van de Hervormde gemeente alhier zich ongerust te maken over het verblijf van verscheidene familiën van Joden van diverse quartieren, die hier ter stede sijn komen wonen en hare vergaderingen houden, en werd de Yroedschap verzocht te vigileer en tot eer der stad en tot bewaringe der zuivere religie. Het stedelijk bestuur was in een lastig parket. Het zag in, dat 't in 't belang der stad was om personen, die een uit- gebreiden handel drevenniet buiten de poorten te bannen maar aan den anderen kant vreesde het den grooten invloed van den kerkeraad, vooral van de Domineers, op het gepeupel. Wat te doen? Eerst ontboden Burgemeesters enkele der hier gevestigde Joden, die bekenden, dat ze met eenige van hunne uit Brazilië gevluchte geloofsgenooten waren te zamen gekomen om uit de wet te lezen en predikatiën aan te hooren. Ze hadden bij dit verhoor hunne gebedenboeken meegebracht en lieten die aan Heeren Burgemeesters zien. Toen vroeg men advies aan het Consistorie, hoe in deze materie te handelen, en dit lichaam, dat ook de belangen van den handel niet uit het oog verloor, was wel zoo goed te verklaren, dat men

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1903 | | pagina 34