19
ruimen getale wonende geachte familie Boêisson). Den 16
Juli 1757 dan werd in de zitting van den Raad gelezen
de requeste van Elias Joseph en Saul Boas, Ouderlingen
der Joodsche gemeente alhier, te kennen gevende, //dat zedert
eenen geruymen tijd dagelijks binnen deze stad quamen woo-
nen en zig ophouden veele hunner natie, waeronder zich zeer
veel slegt soort van volk bevind, die niet alleen streckten tot
last voor de gemeinte, zoo door haer zelfs, als door haare kin
deren, maer zy sich geneerden met bedelen en het
opkoopen en verbergen van gestole of verduisterde goederen
alles tot declin en disreputatie van hunne natie; verzoekende
daerom, dat Hun Edelachtbaren geliefden vast te stellen, dat
niemand van hunne natie zich binnen deze stad off jurisdictie
van dien langer dan 24 uuren zoude mogen ophouden, tenzy
met behoorlyke kennisgevinge aen den praesiderende Ouderling-
van der supplianten gemeente en het bekome consent van den
Heer Regerende Burgermeester.
//Dat al verder, in cas iemand zich hier metterwoon wilde bly-
ven ophoudenzal moeten hebben een behoorlyke attestatie van
de gemeente zyner laeste woonplaats wegens zijn ordentelijk
gedrag en conduites, mitsgaders, dat, ingevalle hy off zy kin
deren heeft, dezelve gemeente voor de alimentatie van dien by
het overlyden der ouders als borge constitueren, gelijk ook
voor de begraeffeniskosten zoo der ouders als kinderen in
cas zy binnen het jaer komen te sterven en dat in cas van
onwilligheid off onvermogen van dat allesdezelve de stad zullen
moeten delogeren en zulks weigerende met de sterke hand der
justitie daertoe werden genootzaakt.
//Dat daerby alle,die onder hunne godsdienst of by
het uitgaan van dezelve eenige ongeregeldheden, zoo in
woorden als in daadenplegenen zich niet willen onderwerpen
aen de Reglementen door Hun Edelachtbaren tegens dezelve ge
steld noch aan de behoorlyke gehoorsaamheiddie een lidmaat
de Ouderlingen schuldig isoff ook die niet kunnen betalen die
boeten, waartoe dezelve regtelijk zouden werden gecondem-