22 Een krasse proclamatie, vindt ge niet? Maar, de geest van oproer was daarmee nog niet uitgeroeid. Den 2'" Sept. 1758 werd in den Raad een request voorgelezenonderteekend door het meerendeel der Joodsche natie binnen deze stad, houdende '/dat de oude ordres en usantie hunner kerke medebragten, dat alle halfjaar door de leden derzelve moet werden gestemd, of den Kerkendienaar voort naastkomende halfjaar in zijn dienst zoude continueren, ja, dan neen, dat zy supplianten ingevolge van dien op den 205teu van de laastlede maand hunnen Kerken dienaar Hartog Barnison, om verscheidene redenen, by hunne requeste vermeld, hadden afgestemd, die niettegenstaande dat weigerig bleev van zynen dienst affstand te doen, waaromme zy supplianten versogten dat Hun Edelachtbare dezen Hertog Barnison geliefden te ordonneren, dat hy zich na gemelde affstemminge stiptelijk zoude hebben te reguleren. //Wydei's werd gelezen de requeste van denzelven Joodschen Kerkendienaarstaande zijn naam daaronder met Hebreeuwsche letteren geschreven, houdende, dat hy suppliant door den Kerkenraad en het meerendeel der Joodsche natie op allerhande wyze wierd gevexeerd, zijn loon onthouden, en nu, om in het volgende halfjaar als Kerkendienaar te fungeren met meerder heid van stemmen was afgestemd, en door een notaris en twee getuigen daarvan kennis gegevendat hy suppliant vermeende dat dit alles tegen regt en reden was, en daeromme verzogt tegens die van den Kerkenraad en particuliere der Joodsche natie gemaintineerd te worden; voorts dat Hun Edelachtbare de uit naam der Ouderlingen gedane opzegging zyner dienst geliefden te vernietigen en hem daerentegen aan te stellen tot Kerkendienaaren wyders dat Hun Edelachtbaren die van den Kerkeraad geliefden te ordonneren om aan den suppliant zijn verdiend loon en salaris te betalen" enz. enz. Nu zoudt ge denken dat Burgemeesters den kerkeknecht zouden laten weten, dat dit een zaak was, waar ze niets mede te maken wilden hebben? Toch niet. Den 7den October werd goedgevonden voornoemden Kerkdienaar tot nader ordre te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1903 | | pagina 44