33
werden ontboden op 't stadhuis, en vleitaal noch bedreiging werd
gespaard, 't Hielp niets; dies besloten Ambachtsheer en Wet
den schrik er in te jagen door wat men in Oldenbarneyeld's
dagen genoemd zou hebben«het statueeren van exempel"
't Langzaamst zong zekere Zachaeus, een kleercnakertje
en de Begeering besloot hem //weg te jagen". x) Maar de man
was onbemiddeld en had vrouw en vier kinderen. Die zouden
dadelijk ten laste komen van den arme. Ook waren twee
schepenen zijn voorspraak. En zoo kwam Zachaeüs vrij
Maar er was nog een taaie aanhouder der noten. Een
Eriesclie stijfkop. In den zomer van 1754 was hij op West-
kappel komen aandrijven. Eerst was hij een ruwe kerel, en
schoon later tot ernst en godsdienst gekomen iemand, die
verbazend veel praats had. 3) Isebrand Leinse Burggraaf
schreef hij zich; hij was een Mr. Timmerman, die er vrij
warmpjes inzat en wiens echt kinderloos was gebleven.
Hem besloot de Magistraat te treffen. Hij toch was niet
//een van de onzen" zooals men in Westkappel zegt. 2) En
overwegend, dat deze Burggraaf //zich als een tumultu-
airen wederhoorigen burger, niettegenstaande minnelijke inter
pellation bleef gedragen" besloot de Baad, na twee rechtsge
leerden geraadpleegd te hebben, hem //door politieke uitzetting
de plaats te doen ruimen". (5 Juli 1777).
Dit was iets nieuws op Walcheren. Burggraaf kreeg een
missive thuis, waarin hem zonder eenige opgave van redenen,
eenvoudig door Burgemeester, Schepenen en Baad gelast werd
om in persoon binnen den tijd van 2 x 24 uren op poenali-
teit van zwaarder straffen het gebied van Westkappel te verlaten.
Op raad zijner vrienden begaf zich de getroffene naar zijne
overheden en vroeg officieele aanklacht van misdaad. Doch
alle opgave van redenen bleef geweigerd. Hij begreep het
wel, waar 't om was en kon gaan!
De gebannene snelde naar den Haag. Hij vond er een advo-
De Korte, a. w.
Archief 1903.
3J Baart, a. w., blz. 91.
3