36 Slechts hij nu, die dezen zijnen //weg" zoo wist te verhalen, dat de andere //in- en doorgeleiden-1'' er '/aanneming" van hadden, gold in 1778 voor //een kind van God". Iemand, die zulk een innerlijk proces niet had doorleefd mocht ingedeeld worden bij de //overtuigden, bekommerden, toevluchtnemenden", maar een kind van God was hij niet. Dat waren er maar enkelen in stad of dorp. En deze waren zich goed bewust van hun //staat". En 't volk in zijne breede rijen erkende hen, en dat met groote hoog achting. Immers, die kinderen Gods waren de heerlijken op aarde, van welke Ps. 16 zong, en. van hen stond geschre ven, //die U aanraakt, raakt Gods oogappel aan". "Welnu als zulk een kind van God gold de gebannen burger van Westkappel. Daarom voelden al zijne broederen zijn verongelijking als hunzelven aangedaan. En al de dijk werkers riepen, dat, waar de overheden van Westkappel Gods kind hadden aangerand, de vloek Gods moest komen op hun schuldigen kop, hun huis en heel hun stad. Zulke vijanden van God en zijn volk behoefde niemand te ontzien. Ja, een Godgevallig werk was het, als zulk een tyrannie werd gestuit. Bij deze godsdienstige sympathieën voor Burggraaf kwam de verontwaardiging over de wijze zijner uitzetting, die deed denken aan de lettres de cachet van Louis XIY. De oud-Zeeuwsche vrijheidszucht reageerde tegen zoo stuitende tyrannie. Allen voelden, wat straks de Magistraat van Yeere zou uitspreken//dat het in deze landen altoos als een generaal grondmaxime van regeering en een voornaam bolwerk voor de vrijheid is geconsidereerd gewordendat zelfs de minste ingezetene niet in persoon of goederen kan worden benadeeld zonder voorafgaande rechtspleging". 1) En daarom ontstond er een machtige volksbeweging, die in naam der vrijheid den Notulen Staten va?i Zeel. 13 Sept. 1779.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1903 | | pagina 58