4-3
konden 't mee terugnemen. De Heeren moesten 't niet
hebben.
Doch nu verhief zich een springtij van verontwaardiging en
schier heel de burgerij gevoelde, dat hierin de burgervrijheid
op ;t spel stond. Vóór- en tegenstanders van den Roomscken
dienst riepen luidkeels tegen deze tyrannie en niemand minder
dan de geboren Vlissingscbe snaaksche schrijfster Bet;je Wolf
geb. Bekker greep naar de pen en liet de Vrijheid spreken
tot den Raad en de burgerij der Vlissingers. 't Dichtstuk
verscheen anoniem, doch bij haar uitgever Tjallingius te
Hoorn. De prijs [was] zooals de titel meldt//5 en een
halven stuiver".
Mijn brave Vlissingers, mijn oudste en trouwste Vrinden,
Is 't mogelijk! duldt gij dit? Waar is uw heldenmoed,
Die voor uw Vaderland dorst alles onderwinden,
Toen Phlips, die trotsche Phlips, mij schopte met den voet?
Mijn boezem klopt van toorn. O, hoon, niet te verdragen!
Ik ben de Vrijheid, 'k spreek de sterke taal van 't hart.
Dan teekent ze de tegenstelling van 't vroolijk Eeuwfeest
der Vlissingscbe Vrijheid, in 1772 door heel Nederland mee
gevierd en de tegenwoordige spanning.
Helaas, waar 's nu die vreugd, die gulheid, dat vertrouwen,
Die toen op 's volks gelaat en dat der Heeren blonk
't Is afkeer, argwaan, ach! 't is haat, 't geen wij beschouwen.
'k Gruw nog van 't antwoord, dat m' onlangs in de ooren klonk!
Die nutte en vaste band, die allen moest verbinden,
Is los gescheurd j elk peinst op eigen zekerheid.
Men werpt den schendnaam toe van Muyters aan mijn vrinden
Men wijst den burger af, die voor zijn rechten pleit
Ja zelfs schijnt Mevrouw Wolf een sympathetischen zijblik
op de toen sterk geminachté boeren te slaanof heeft ze enkel
de visschers en kleine burgertjes op 't oog, als ze schrijft:
De braafsten zijn zeer zelde in hoogen rang verheven
Ovrigens neemt ze 't op voor de vrijheid der religieook
voor de Roomscken