46 kunnen ontdekken, Willem Meeuwse, een geacht en ontwik keld landman onder Koudekerke, en onze bekende woudezel Loürens Ingelse. Den volgenden dag te Vlissingen gekomen begaven ze zich naar Ds. Tjeenk, die ziek te bedde lag, doch vol energie zich kantte tegen alle geweld en ried om hulp te zoeken bij den Prinsraadpleegden ze vervolgens met du Buis den hoofdman van het verzet, en geraakten ten huize van bur gemeester Cornelis Caen in gesprek met Z. E. A. en den algemeen als krypto-papist gedoodverfden Pensionaris Leonard Constantijn van Sonsbeek. De boeren betuigden den Heeren hun leedwezen over 't toestaan van den Boomschen eeredienst en drongen aan op 't intrekken der resolutie. Wat stonden de Heeren verbaasd, toen ze vernamen, op hoe verren afstand van Vlissingen deze mannen thuis behoorden. Hoe durfden zulke boerekinkels zich moeien met de zaken der stede? Ze kregen hard bescheid en scherpe waarschuwing om de misnoegde burgerij niet nog meer op te zetten. En uitbulderden mocht nu Ingelse brutaliteitenze vielen machteloos op de zerken neer. Den 23en Augustus vierden de Boomschen hun eerste misse in 't z. g. taanhuis. Maar wel 280 burgers en burgeressen teekenden een smeekschrift aan den Prins met beklag en bede. 2) 1) Vermakelijk is de mededeeling van Nagtglas, Vervolg op De la Rue sub voce L. C. van Sonsbeek dat Jean des Fontaines op den kansel betoogd bad, dat de aanstoker van den Roomschen kerkbouw niemand minder was dan le père du mensonge. Sommige verstonden le Pensionaire Sonsbeek Des F. bedoelde natuurlijk den duivel. 2) Een copie van dit request berust op 't O. VI. Arch, 't Heft aan »Het is niet dan zeer ongaarne en al schoorvoetende, dat wy ondergeschre venen a.llen burgers en ingezetenen van de stad VlisSingen ons durven verstouten tot U. H. te naderen om ons te beklagen over uwe overheden aan welke wy altijd alle eereliefde, trouw en gehoorzaamheid hebben bewezen". Dan volgt een belangrijke »narratie". 't Slot is de grievedat de Regeerende Heer Burgemeester 't verzoek niet heeft gelieven te accep teeren en 't verzoek, dat de Prins 't houden der mis in Vlissingen ver- biede. Onder de onderteekenaars vielen ons op Sara van de Abeele, catechiseervrouw, Cornelis de Ruytek luitenant- colonel der burgerij, Matthijs Bekker, Willem de Bruyne, Jacobus

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1903 | | pagina 68