50 de hulp der classis in te roepen, ten gevolge waarvan Burg graaf eindelijk in zijn //historische attestatie" de inlassching verkreeg van de woorden//er is tegen zijn leere of wandel niets bij ons ingebracht". Ook deze zaak kreeg haar beslag op de Oetobervergadering. Schelvisvanger en Tjeenk waren hier niet mee te vreden en lieten protest aanteekenen in de acta. Yoorts bracht laatstgenoemde in, door zijn kerkeraad gequalificeerd te zijn om }t protest der classis te vragen tegen den Roomschen kerkbouw. Doch de invloed van te Water c. s. was groot genoeg, om, hoewel de vergadering 't belang, dat de Heer Tjeenk in deze zaak nam, verklaarde te laudeeren, haar toch te doen resolveer en over deze zaak niet te zullen denken, totdat den heer //t Jeenk een bepaalde en geregelde qua- lificatie van zijn kerkeraad in forma was gemunieert". Ondertusschen werden de comparities der misnoegden voort gezet. Op 12 October verscheen des Fontaines op de Abeele als met om met Ingelse te spreken //de doodstij- dinge in zijnen mond", dat Rome 't zeker wonMen besloot nu eindelijk tot een gezamenlijk optreden. Des Fontaines wendde zich tot de Vlissinger Regenten en zei hun aan, dat, als den volgenden Zaterdag de provisioneele permissie van de mis te houden, niet werd ingetrokken, ze moesten afwachten, wat er zou gebeuren. Ffu capituleerde de Senaat en de Heeren permitteerden een gehoor. Lamoote en Bekker genoten op 17 October de voldoening van met Pieter Brandt, die, naar we verhaald hebben, op 't Loo was geweest, in plechtig gehoor ontvangen te worden door den Magistraat, en dit, hoewel ze meebrachten drie boeren, en wel onze bekende Willem Meeuwse uit Koudekerke en zekere Simon en Pieter de Bree. Brandt was woordvoerder en eischte op stouten toon on middellijke sluiting van 't kerkhuisin afwachting van de decisie van Zijne Hoogheid 1). In 't O. VI. Archief is een aanteekening, blijkbaar van de hand van Winkelman, die Brandt's toespraak aldus weergeeft:

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1903 | | pagina 72