56 waarna. volgens Baart dadelijk de rekening der schade loosstelling wordt vastgesteld van f 500 ten laste vau den ambachtsheer, van den baljuw en van elk der beide burgemees ters. De laatste drie posten werden nog denzelfden avond geïnd, doch Mijn Heer was //niet tliuis". Zóó reageerde in 17.78, gesteund door religieuse motieven, het vrijheidsbesef des volks tegen regenten-tyrannie. Dan ach men had te vroeg gezegepraald Op denzelfden dag, dat Burggraaf triomfantelijk werd in- l gehaald, waren de Staten van Zeeland bijeen. Reeds eenige dagen tevoren had de Wet van Westkappel haar nood geklaagd aan den raadpensionaris Mr. Joh an Marinus Chalmers; deze had de zaak gerapporteerd aan 't hooge college; dit had een commissie benoemdwelke haar voorstelde om den Prins-Erf stadhouder te schrijven, dat Walcheren in oproer is, en overal de kreet weerklinkt: //Geen souverein, maar vrijheid"! [//de Prins zie 't onbetamelijke in van dat zeggen"en Z. H. te verzoeken om 4 esquadrons dragonders en eenige infanterie uit Bergen-op-Zoom te zenden naar 't bedreigd gewest. De Heer Jan Adriaan van de Pjsrre steunt dit voorstel, en met al- gemeene stemmen wordt voorts besloten om alle baljuws te gelasten de auteurs der feitelijkheden fee apprelieudeeren. Dit laatste moet natuurlijk wachten op de aankomst der nieuwe troepen. En deze komen. De goede Prins schrijft, d.d. 30 Oct., //dat alleen in den hoogsten nood de wapenen, die 't land moeten beschermengebruikt mogen worden tegen 's lands ingezetenen, en beveelt Hun E. M. ten ernstigste aan om van de militie slechts gebruik te maken met de uiterste omzich tigheid opdat er geen bloed vergoten worde". Maar met dat al bericht Z. H. dat de cavalerie van Pous ten spoedigste uit Bergen-op-Zoom naar Yere zal zeilen en Majoor Doffe zal t commando hebben over al de troepen, die dan op Walcheren zullen zijn. Voorts stelt Z. H. den Staten voor om de zaak

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1903 | | pagina 78