74
waarvan het jongste een exemplaar van het gedrukte contract
van 1780 is, saamgebonden tot .een deel, dat op den rug tot
titel voert//Schotsche court"en in het archief der gemeente
Vere berust.
De Schotsche stapelhandel is van aloude tyden af gedreven
geweest in de Nederlanden; deselve is gevestigt op verscheyde
tractaten tusschen de coningen van Schotland ter eenre en de
souveraine en Staten der Nederlanden ter andere zyde (Smal-_
legange, Chronijk p. 588).
Een der wijdlufstigste van gemelte tractaten is de vredehan
deling, tusschen keyser Carel de V° en Maria, coningin van
Schotland, gesloten 1550 (Boxhorn, Chronijk II p. 501),
waarvan nog de authentique copie berust in de stadsgrifhe te
Edinburg in Schotland, waarby geconfirmeert werden de voor-
regten, voormaals aan de onderdanen van Schotland toegestaan
by Bodewijk graave van Vlaanderen, anno 1359, en van
Philips, hertog van Bourgondiën, in den jaare 1394, ook de
tractaten tusschen den coning van Schotland en Philips, de
eerste van dien naam, en de 30" graaf deser landen, in den
jare 1427, die desselfs zoon Carel, de 31' graaf en hertog
van Bourgondiën, anno 1469 mede heeft doen stand houden,
alsnog een contract, ten jare 1529 gemaakt by opgemelten
keyser Carel, en opnieuws geconfirmeert in July 1531, ende
het contract tusschen Jakobus de vijfde, koning van Schot
land, en Maria, koningin van Hongariën, als gouvernante
der Nederlanden, in den jare 1541.
By dese aangehaalde tractaten hebben de onderdanen van
Schotland altijt genoteD seer groote privilegiën over alle de
Nederlanden, sooals noch ten huydige dage met bysondere
voorregteu in d'een of d"andere stadt altijd sijn geprefereert ge
weest, welke stadt ten dier oorsake genaamt wiert de stapel
plaats (stabile emporium)na dewelke en geen andere sy altijt
gehouden waren sekere koopmanschappen, stapelgoederen ge
naamt, te moeten brengen.