VAN DEN JORDAAN TOT DE SCHELDE. (BLADZIJDEN UIT HET MIDDELBURGSCH ARCHIEF.) DOOR H. L, DE LEEUW In den beginne schiep God hemel en aarde. De aarde nu was woest en ledig en Gods water liep over Gods akker Zoo begon op zekeren dag een advokaat zijn pleitrede. De rechter, in doodsangst, dat de pleitbezorger zoo voortgaande, wekenneen maanden zou noodig hebben voor de verdediging van zijn cliënt, viel hem in de rede, door hem toe te roepen Avocat, passons au déluge! Advocaat ga maar dadelijk over tot den zondvloed! Geachte Hoorders. Ik wilde U de geschiedenis vertellen van het zoogenaamde uitverkoren volk van de schepping der wereld tot het begin van de 19de eeuw, voornamelijk die van de Middelburgsche Israëlieten. Laten ook wij den zondvloed maar overslaan, of liever laten we de geheele Bijbelsche ge schiedenis maar met rust laten, die U toch allen meer of minder bekend zal zijn. Maar laten we ons bezig houden met een vraag, waarop al zeer weinigen weten te antwoorden: li o e zijn de Israëlieten uit die Oostersche landen naar Europa gekomen, wanneer, hoe en waarom zijn er zoo velen naar de lauwe westerstranden afgezakt, en wat hebben ze daar al zoo Rede uitgesproken in de gewone vergadering van het Zeeuwsch genootschap, gehouden 5 Februari 1902. Archief 1903. 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1903 | | pagina 23