81
Door reserveering van den achtergrond van B n° 3en
bijvoeging van liet achtererf van B n° 2, kon men aan uit
breiding denken.
Men verplaatste in 1524 de balans naar het plein bij de
Abdij. Hierna verlengde men het vleeschhuis op de achter
erven van beide panden B 3 en 2, zoodat de kelders eene
totale lengte kregen van 27.5 M. bij eene breedte van 5.5 M. x).
Daartoe had men van Coenelis (in den) Lybaert voor 25 sc.
vergunning verkregen om te timmeren en metselen in en aan
zijn huis, en schreef men de eerste huur van Andriks Oellaertsz
in de rekening pro memorie, omdat het achterhuis van zijn
gehuurd perceel, bij het delven voor het fondament van den
zijmuur van het nieuwe vleeschhuis, geleden had 2).
Door deze twee posten wordt het duidelijk bewijs geleverd,
dat de twee aangekochte perceelen door mij op de juiste plaats
gesteld zijn, en //het Nieuwe Vleeschhuis" zich uitstrekte tot
de zuidgrens van B 4 (Jerusalem).
Dit //Nieuwe Vleeschhuis" in de Lange Delft werd
door de spraakmakende gemeente, om zijn witten arduin, Het
Witte huis genoemd 3). Het zal tot noodhulp gediend
hebben, omdat het nieuwe op de markt nog maar de halve
diepte had, zooals op bladzijden 56 en 64 is aangewezen. Toen
dit op de erven van Sckoenhoke en Den Helm vergroot werd
was het vleeschhuis aan de Lange Delft doelloos geworden,
en besloot men in 1545 het te verkoopen. Wie het kocht,
wordt niet vermeld, maar aangezien Sebastiaan Jansz. 4)
uit Gouwenburch, in het jaar 1554 dok op de Burg een huis
had, is het niet onmogelijk, dat deze het kocht met inbegrip
van het huis B 3, dat hij deze panden om hunne afkomst
Archief Z. Cf. VIIbl. 594 regel 1 en onderaan.
3) Kesteloo III, bl. 25 (2S1).
3) O. Archief M. uo 1890 (kier het oude genoemd) en Kesteloo IIIbl. 26
(282). Ook aan den toren van 't stadhuis werd arduin en andere witte steen
gebruikt. Zie Kesteloo III, bl. 83 (289) en ook Archief rZ. Cf. VIII, bl. 143.
4) Kesteloo IVbl. 31.
Archief 1904 6