83 niet aanstonds aan eene verplaatsing van den zetel des be- stuurs behoeft gedacht te worden, stel ik die verandering eenigen tijd na dat jaartal, in verband met den aanleg van de Lange Burg. De mogelijkheid bestaat, dat, even als het erf B n° 6, zoo ook niet alleen B 5 en 4, maar zelfs de erven van Jan Clementsz B 3 en van Oelë den goudsmid B 2 doorgeloopen hebben tot de achtererven van De Sonne en van 't Schaek (B 151153), en oorspronkelijk eveneens in het vierkant ge legen hebben aan de binnenzijde van den waterloop, restant der oude vest 1). In verband met de houla, achter den Lombaard, zoek ik de voortzetting van dien waterloop, achter den oud sten bodem van de hal, het stedehuis en het vleeschhuis, derhalve door den bodem van het straatje en van het huis St. Peter (B 125), bij de Gasthuisheul in de Arne vloeiende. Men heeft dan in die schuine en vreemde scheidslijn, tusschen de perceelen 0 n° 110 en 111, eene aanwijzing van de rich ting van dien waterloop en in de scheidslijn tusschen C n" 111 //De drie Ducaten" en C n" 1 //De Bontekoe" eene begrenzing- van het toen reeds verdonkerde deel der vest. Dit heb ik op Kaart 2 plan 1 door stippellijnen trachten aan te geven. Yan het bestaan van dezen waterloop hebben wij reeds vroeger de sporen aangewezen in eene goot, tot in der stede zaal, die in dien waterloop moet gesueerd hebben. Deze goot bij De Bontekoe werd in 15 78 met een riool naar de Graven straat geleid 2) om door den stads watergang, in 1444 gedolven 3), te sueeren in de stadsvroonen bij de Nieuwe haven. Op den ~Plattegro?id van 1873 ziet men nog dat riool, dat zich ver- eenigende met een ander, van het midden der Markt de richting neemt naar en door de Gravenstraat. Beziet men vervolgens den loop van de Lange Burg, dan Zie Kaart No. 2 plan 23 en 4. -) O. Archief M. u" 2769. 3) "Kesteloo I, bi. 14 (184) laatste regel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1904 | | pagina 105